Antwoorden op de belangrijkste vragen over gasloos bouwen

rhk_180723_17-nefit-enviline-hybride-ketel-rene-klein-ovink-te-olst-1024x1024

René Klein Ovink

‘Ik was laatst bij een opdrachtgever die drieduizend kuub gas verstookt in een woning van nog geen vier jaar oud. De woning was zo lek als een mandje. Daar kan een warmtepomp niet tegenop werken.’

Nieuw te bouwen woningen moeten sinds 1 juli 2018 aardgasvrij zijn. En dus gaan we samen met onze opdrachtgevers op zoek naar alternatieven. Samen met onze installatiepartner René Klein Ovink van Spekschate geeft Gonard antwoord op de belangrijkste vragen over het gasloze tijdperk. ‘Het vraagt om een gedragsverandering.’

Wat is het belangrijkste verschil tussen een combiketel en een warmtepomp als warmtebron?

Gonard: ‘Hoewel de gasvoorraad beperkt is, levert een combiketel vooralsnog onbeperkt warm water: snel, goedkoop en stabiel. Een warmtepomp haalt warmte uit de lucht of bodem en is beperkt in zijn prestaties. De aanvoertemperatuur van het warme water van een warmtepomp ligt een stuk lager: rond de 55 graden in plaats van soms wel 80 graden bij een combiketel.’

René: ‘Wie een warmtepomp gebruikt kan met behulp van een boilervat slechts een paar honderd liter warm water op voorraad houden. Een huis in korte tijd even flink opstoken is er niet bij. Een warmtepomp verwarmt constant en gelijkmatig op een lage temperatuur. Dit vraagt om een gedragsverandering.’

Waar moet je rekening mee houden als je kiest voor aard- of luchtwarmtepomp?

R: ‘Veel mensen draaien de thermostaat terug als ze de deur uitgaan. Met een warmtepomp is dat geen goed idee, omdat het systeem er lang over doet om een afgekoeld huis weer op te warmen. Het is veel slimmer om de temperatuur constant te houden. “Niet meer aankomen”, zeggen we vaak als we ergens een systeem hebben afgesteld. Dat zijn mensen niet gewend.’

G: ‘Zes mensen achter elkaar laten douchen met een boilervat van drie- of vierhonderd liter is niet mogelijk. Dat is iets om rekening mee te houden.’

R: ‘Zonder combiketel is het zaak om gelijkmatiger met warmte om te gaan. Een lucht- of aardwarmtepomp kan geen grote pieken leveren en dus kun je die ook niet vragen van het systeem.’

Is een lucht- of aardwarmtepomp minder comfort dan een combiketel?

G: ‘Dat vind ik niet. In principe zorgt een stabiel systeem, zoals een warmtepomp, voor een prettiger binnenklimaat.’

R: ‘Soms denken mensen dat het überhaupt niet mogelijk is om een huis warm te krijgen. Dat is natuurlijk niet waar. 21 graden in de woonkamer lukt prima. Mits het huis goed gebouwd is.’

Waar moet een huis aan voldoen om een warmtepomp te laten renderen?

G: ‘Alternatieven voor de combiketel worden ook wel lagetemperatuur verwarming genoemd. Isoleren en een goede kierdichting zijn hierbij sleutelfactoren. Als een huis de geleverde temperatuur goed vasthoudt, creëer je een heel prettig en constant binnenklimaat. Daarbij is het zaak om het huis optimaal te positioneren op de zon. Idealiter volgt de zon het leefritme in huis.’

R: ‘Ik was laatst bij een opdrachtgever die drieduizend kuub gas verstookt in een woning van nog geen vier jaar oud. De woning was zo lek als een mandje. Daar kan een warmtepomp niet tegenop werken.’

Zijn warmtepompen financieel aantrekkelijk?

G: ‘Een warmtepomp vraagt om een flinke investering. Een luchtwarmtepomp kost ongeveer zevenduizend euro, een aardwarmtepomp kost het dubbele. Als je zonnepanelen op je dak legt die de benodigde stroom leveren, haal je de investering er naar verloop van tijd uit. De prijs van gas gaat in de komende jaren bovendien stijgen, dus het zal aantrekkelijker worden. Nieuwe regels rondom salderen – het systeem waarbij je alleen aan een energieleverancier betaalt wat je netto verbruikt – kunnen de situatie veranderen.’

Raden jullie warmtepompen aan iedereen aan?

R: ‘Voor bestaande woningen raad ik het niet aan. Die zijn meestal niet goed genoeg geïsoleerd. Een combiketel is in zo’n geval nog steeds de beste keuze. Ik zou mensen adviseren om nog even te wachten, zodat de techniek zich verder kan ontwikkelen. Zelf heb ik thuis een hybride installatie van twee jaar oud. Die heeft in twee jaar tijd al een flinke upgrade gehad.’

G: ‘Mensen die nieuw bouwen worden als het ware gedwongen om als eerste de nieuwe auto uit de serie te kopen. Dat is nooit verstandig. Je kunt beter nog even wachten als je niet per se over hoeft op alternatieven voor de combiketel.’

Huis op het oog? Vraag een aannemer om mee te gaan

Oogje op een woning? Vraag een aannemer

'Iemand die elke dag op de bouwplaats loopt, weet precies waar op te letten.'

Heb je een bestaande woning op het oog, en wil je weten of het huis bouwkundig goed in elkaar steekt? Vraag eens een aannemer of timmerman om met je mee te gaan om de woning te inspecteren. Bouwvakkers doen niets anders dan bouwen en weten dus precies waar zij op moeten letten. Onafhankelijkheid is in dit kader geen toverwoord. Kies liever voor deskundigheid. Aannemers zijn druk, maar wel benaderbaar (maak daar gebruik van). 

‘Gonard, we hebben een probleem. Er is zwam in onze kruipruimte geconstateerd. De verkoop van ons oude huis gaat niet door, waardoor we niet zeker weten of de bouw van ons nieuwe huis door kunnen laten gaan.’

Het belletje kwam een paar weken geleden. Een licht paniekerige opdrachtgever, voor wie we binnenkort beginnen met de bouw van een nieuw huis, belde me op. De aanstaande kopers van zijn huidige woning hadden een bureau ingeschakeld, dat een rapport had opgesteld. De vernietigende conclusie: zwam in de kruipruimte.

Zwam, schimmels die hout aantasten

Zwam is een verzamelbegrip voor 100.000 verschillende soorten schimmels die hout aantasten. De constructie van je huis kan hierdoor beschadigd raken en ernstig verzakken. De huiszwam is in staat om in een korte periode de draagkracht van een vloer met de helft te verminderen. Geloof me, dat wil je niet. Zwam bestrijden is een kostbare operatie en dus dreigden de potentiële kopers van het huis zich terug te trekken.

Blunders

In de afgelopen vierentwintig jaar heb ik dit soort telefoontjes vaker gehad. Het devies is vaak: rustig blijven en zelf gaan kijken. En dus trok ik een paar dagen later zelf de kruipruimte open van het huis in kwestie. Ik zag op het eerste gezicht inderdaad iets wits, iets schimmelachtigs. Dit was vast het moment waarop de medewerkers van het bouwadviesbureau het hokje ‘zwam’ had aangevinkt. Ik liet me, gewapend met zaklantaarn, naar beneden zakken en bekeek de zogenaamde schimmel van dichtbij.

Mijn conclusie: een witte kartonnen doos waar ooit tegels in hadden gezeten. Weliswaar een beetje verdord door de elementen in een kruipruimte (vocht), maar zeker geen zwam. Een knullige blunder, maar helaas geen uitzondering. Het komt regelmatig voor.

Deskundigheid

Dit klinkt misschien als preken voor eigen parochie, maar iedereen die een bestaand object op het oog hebt adviseer ik: neem een aannemer of timmerman mee om de staat van een huis te inspecteren. Iemand die elke dag op de bouwplaats loopt, weet namelijk precies waar op te letten. Hij (meestal geen zij) heeft veel actuele informatie en krijgt iedere dag feedback van dat wat er op de bouw goed en minder gaat. Daar kan, in dit geval, geen bouwadviesbureau tegenop.

Onafhankelijk? Misschien niet helemaal, zeker niet als je een eventuele verbouwing door diezelfde aannemer wilt laten uitvoeren. Maar hoe erg is dat eigenlijk? Je hebt toch een aannemer geselecteerd omdat je vertrouwen hebt in die club? Een onafhankelijke partij inschakelen kan altijd nog. Deskundig? Zeer zeker. Iemand die elke dag bezig is met bouwen en verbouwen (in plaats van met papierwerk) weet namelijk veel beter wat mankementen en gebreken zijn, en vooral ook: hoe deze op te lossen (en wat dit kost).

Als je een motor wilt kopen, maar geen verstand hebt van motors, vraag je toch ook het liefst iemand mee die hele dagen aan motors aan het sleutelen is. Iemand die weet waar eventuele gebreken zitten en wat er moet gebeuren om deze te verhelpen? Dus, heb jij een huis op het oog? Luister naar de deskundigen. 

Vertrouwen in de goedheid van de mens

'Zo nu en dan komen we iemand tegen die de boel moedwillig flest'

Vlak voor de zomer. Ik parkeerde mijn auto naast de boerderij en stapte uit. Meteen kwam de man naar mij toe. Hij stak zijn arm uit. In een reflex beantwoordde ik zijn uitnodiging en schudde zijn hand. Hij zei: ‘Zo, jij bent mijn aannemer.’

Ik schrok en moet verbaasd hebben gekeken.

‘Maar je doet het toch zeker wel?’ vroeg hij.

Een paar weken daarvoor was de telefoon gegaan. De man vertelde over de boerderij die hij had gekocht en zijn renovatieplannen. Hij zocht een aannemer en vroeg of we op termijn konden afspreken. Ik stemde in. Een week later had hij opnieuw gebeld. Hij was op locatie en had problemen met zijn riolering. Of ik iets voor hem kon betekenen. ‘Maar natuurlijk’, had ik gezegd en ik stuurde onze goede partner Nijhof op mijn toekomstige klant af.

De man keek me nog altijd vragend aan terwijl ik de boerderij onderwierp aan een snelle inspectie.

‘Eh…’, aarzelde ik. Maar er was geen reden voor twijfel. Dit zou een mooi, uitdagend werk worden, op tien minuten rijden van ons kantoor. Ja, ik zag het wel gebeuren. Daarom knikte ik en zei: ‘In januari hebben we tijd. De tijd die rest kunnen we goed gebruiken om plannen te maken en voorbereidingen te treffen. Is dat wat?’

‘Mooi’, zei de man. Daarna leidde hij me rond over het terrein.

Hij, een veertiger, geboren en getogen in Italië, vertelde dat hij was gestopt met werken. Hij had een ICT-bedrijf verkocht en was aanbeland bij het volgende hoofdstuk in zijn leven. Samen met zijn schoonouders zou hij – zodra alles af was – de boerderij betrekken. Ik luisterde aandachtig en knikte zo nu en dan.

Na de bouwvakantie meldde hij zich op kantoor om de tekeningen door te spreken. Het project moest nog beginnen, maar ik had er zin in. Net als hij. We zouden de laatste details verwerken, de tekeningen technisch laten controleren en vergunningen aanvragen bij de gemeente. Daarna kon het beginnen.

Tot de verkopende partij van de boerderij mij op een dag opbelde: ‘Jullie zijn voor die man bezig, hè? Stop er maar mee, want het is een oplichter. We hebben de politie ingeschakeld.’ Het woord ‘betalingsachterstand’ viel. Ik fronste mijn wenkbrauwen en bleef rustig ademen. Dergelijke verhalen hebben meestal twee kanten. Zal wel meevallen, schoot het door mij heen. 

Diezelfde middag belde de man. ‘Er is wat gedoe. Het gaat misschien niet door. We hadden vrijdag afgesproken voor de tekeningen, maar ik denk niet dat het door kan gaan.’

Toen wist ik genoeg. 

Zo nu en dan komen we iemand tegen die de boel moedwillig flest. Zenuwachtig worden we daar niet van. We hebben nog nooit overwogen om onze bedrijfsprocessen er op aan te passen, hoewel advocaten daar steeds weer op aandrongen. Aangifte, dat is wat we doen. En ons verlies nemen.

Een volgende keer gaan we gewoon weer uit van het goede van de mens.

Het is de koers die we voorlopig – en ik hoop voor altijd – blijven varen. Als iemand iets zegt dan geloven we dat. Waarom? Omdat wij bouwers niet van de kleine lettertjes en de cijfers achter de komma’s zijn. Dat schiet niet op, het is niet werkbaar. We zijn doeners. Aanpakken.  

Nog een reden: het voelt niet prettig om zo te micromanagen. Als ik bij mensen aanschuif en mijn kaarten tegen de borst houdt, contractjes op tafel leg en met lastige dingen ga schermen krijgt de samenwerking al een knauw voor deze goed en wel is begonnen. Ik zit er niet op te wachten en zij evenmin. 

Naïef? Misschien wel. Maar ik noem het liever een basisvertrouwen in de goedheid van de mens. Mensen hangen aan mensen, een band is belangrijk. Ik kan wel vastleggen dat een dakpan rood is, maar als ik in een gesprek ooit heb gezegd dat het grijs is, dan is dát leidend voor de klant. Als je elkaar met briefjes om de oren gaat slaan ben je al te ver van huis.

Kortom: zand erover en door.

Waarom wij zonder uitvoerders werken

'Middelmanagers geven bedrijven een gevoel van controle, maar het is een schijnveiligheid.'

Ik ben opgegroeid op de boerderij en hielp als dertien-, veertienjarige jongen mee op het erf en in de stallen. Mijn vader gaf me verantwoordelijkheid. Ik pakte dingen aan, zag het werk en ontfermde me over taken op het boerenbedrijf. Omdat de boerderij niet genoeg inkomsten genereerde voor meerdere gezinnen ging ik na mijn schooltijd werken in de bouw. Daar kwamen mijn werkervaring en zelfstandigheid goed van pas. Als ik aankwam op een klus zag ik wat er moest gebeuren, maakte een plan – ‘we gaan rechtsom’ – en ging aan de slag. Tot er een uitvoerder kwam kijken die zei: ‘Linksom, Gonard, we gaan linksom.’ 

Flexibel en oplossingsgericht

‘Waarom?’ vroeg ik. Maar het had geen zin. De uitvoerder was het zo gewend. Het bedrijf ging altijd linksom, dus nu toch zeker ook. Hij stapte in zijn auto en reed weg. Met tegenzin voerde ik zijn plan uit, een plan dat geenszins paste bij de bouwtechnische uitdagingen waarvoor ik stond. Het plezier verdween snel. ‘Hoe dom is dit?’ dacht ik bij mezelf. De uitvoerder had geen idee. Ja, de tekeningen lagen op zijn bureau, maar dat was iets anders dan het werk onder ogen krijgen. Ik liep op de bouwplaats, zag meer en wist meer. Na iets meer dan een jaar diende ik mijn ontslag in en begon voor mezelf.

Afgelopen jaar bestond Mensink Bouwbedrijf 25 jaar.

Een paar weken geleden raakte ik bij de oplevering van een verbouwde schuur/garage aan de praat met opdrachtgever Gerard van Zadelhoff, voormalig data center manager. Het zei dat het hem had verbaasd hoe flexibel en oplossingsgericht de jongens waren die het werk bij hem hadden uitgevoerd: ‘Ze waren op de hoogte van de afspraken die wij hadden gemaakt, maar maakten er helemaal hun eigen project van. Daarbij kwamen ze met goede oplossingen. Steeds vroegen ze: “Waarom wil je het zo hebben?” Het werkte, het liep gesmeerd en ik vond het mooi om te zien.’ 

Middelmanagers zorgen voor schijnveiligheid

We praatten nog een even door. Tot slot concludeerde hij: ‘Dat middenkader, daar moeten we vanaf. Ik heb er altijd in geloofd en zie nu dat het kan. Middelmanagers geven bedrijven een gevoel van controle, maar het is een schijnveiligheid. Als een uitvoerder in de bouw niet weet waaróm iets gedaan moet worden, gebeurt het niet goed. Jullie jongens zien het werk en blijven nadenken. Dat komt het resultaat ten goede.’

Onderweg naar huis dacht ik aan mijn eerste maanden in de bouw, aan het bedrijf met de uitvoerder die me vertelde dat ik linksom moest. In 25 jaar Mensink Bouwbedrijf heb ik nooit tegen een timmerman gezegd hoe hij zijn werk moet doen. Ik geloof in ruimte geven en loslaten. Zoals mijn vader me op de boerderij ook de ruimte gaf. (Wat we wél doen is terugkoppelen aan onze timmermannen of projecten binnen budget en tijd zijn afgerond. De Excel-sheet is voor het hele bedrijf inzichtelijk, met als gevolg dat iedereen ook op dat gebied zijn verantwoordelijkheid neemt.)

Drie keer minder kosten (en blije klanten, minder stress en werkplezier)

Dat het werkt, daar ben ik inmiddels van overtuigd. Dit is wat het ontbreken van middelmanagers/uitvoerders ons oplevert:

  • Werkplezier. Op kantoor geven we onze timmermannen de informatie die ze nodig hebben om aan de slag te gaan, daarna mogen ze er hun eigen project van maken. Dat motiveert. We geven onze jongens de vrijheid om klanten blij te maken.
  • Minder kosten. Ik hoef niemand aannemen die de hele dag rondrijdt en niets bijdraagt aan het eindresultaat.
  • Minder kosten. Omdat onze jongens actief nadenken en oplossingen bedenken die passen bij dat wat ze tegenkomen worden er minder fouten gemaakt. Dit scheelt kosten.
  • Minder kosten. Onze tevreden timmermannen zijn trouw aan het bedrijf, waardoor we minder tijd en geld hoeven te investeren in het aannemen en opleiden van mensen.
  • Minder stress. Ik hoef niet te duwen en te trekken, want onze timmermannen motiveren zichzelf. Het is immers hun project, ze willen dat het slaagt.
  • Blije klanten. Onze klanten ervaren het bouwen over het algemeen als leuk en prettig. Waarom? Omdat er weinig gedoe is. Een keer raden hoe dat komt…

Dank je wel Gerard van Zadelhoff voor het inzicht :).

Alles over ‘KGO’s’ tijdens informatieavond Rood voor Rood

'Zo nu en dan komen we iemand tegen die de boel moedwillig flest'

Voor antwoorden op alle vragen over de Rood voor Rood regeling organiseren ontwerper Marten Jansen en landschapsontwerper Harry ten Have twee informatieavonden. Het doel: meer duidelijkheid over de regeling die particulieren de kans geeft om een mooie plek in het buitengebied te bemachtigen. ‘Iedereen profiteert.’

 

De Rood voor Rood regeling stelt (voormalig) agrariërs in staat om zonder kosten af te komen van leegstaande schuren en stallen. Ter compensatie van onder meer de sloopkosten van agrarische gebouwen kan een bouwkavel worden verkregen. Op deze manier hopen de provincie Overijssel en gemeenten de snel opkomende leegstand van schuren en stallen aan te pakken. Alleen al in Overijssel gaat het om een totale oppervlakte van enkele miljoenen vierkante meters agrarische bebouwing. Ontwerper Marten Jansen, een van de twee initiatiefnemers: ‘‘De regeling is kansrijk voor zowel agrariërs als voor particulieren die een wens hebben om in het buitengebied te wonen. Al bestaat er veel onduidelijkheid over de regeling.’

‘Rood voor Rood brengt vraag en aanbod bij elkaar’

Daarom organiseren Jansen en landschapsontwerper Harry ten Have de informatieavonden, een voor agrariërs en een voor particulieren. Want hoe werkt de regeling in de praktijk? Wat mag er wel en niet? En hoe zit het met de sloopkosten? Ten Have: ‘Om een voorbeeld te geven: sloopmeters kunnen ook worden ingezet voor bouwkavels op andere locaties. Dat maakt het er niet overzichtelijker op. Marten en ik gaan uitleggen hoe het zit, want we hebben de afgelopen jaren meerdere Rood voor Rood trajecten begeleid. We zien veel potentie en willen onze kennis graag met geïnteresseerden delen.’

Volgens Jansen is de Rood voor Rood regeling de sleutel naar een leefbaar en aantrekkelijk buitengebied. ‘De uitdaging is aanzienlijk, want er is veel leegstand en die neemt alleen nog maar verder toe. Maar de oplossing is voorhanden. Rood voor Rood brengt vraag en aanbod bij elkaar en kent alleen maar winnaars. Veel mensen dromen van een mooie plek om te wonen in het buitengebied. En voor agrariërs en voormalig agrariërs is de regeling een aantrekkelijke manier om zonder kosten van oude stallen en schuren af te komen. Het landschap knapt er ook van op en dus profiteert iedereen.’

Landschappelijke inpassing

Uitdagingen zijn er desalniettemin genoeg volgens Jansen en Ten Have. Laatstgenoemde: ‘Het resultaat van de regeling moet een kwaliteitsimpuls zijn voor de groene omgeving, een KGO. Om dat te bereiken is een zorgvuldig plan nodig. Aan de hand van enkele praktijkvoorbeelden zullen Marten en ik laten zien hoe we dat in het verleden hebben gedaan. Want onze stelling is: mits zorgvuldig aangepakt biedt de Rood voor Rood regeling uitkomst voor zowel agrariërs als particulieren.’

Mits zorgvuldig aangepakt biedt de regeling uitkomst voor zowel agrariërs als particulieren.

De informatieavonden vinden plaats op dinsdagavond 29 september (voor agrariërs) en 6 oktober (voor particulieren), beide om 19.30 uur in Broekland. Aanmelden is gratis en kan via www.martenontwerpt.nl/workshops. De avonden bieden plek aan een beperkt aantal deelnemers, vinden plaats in de buitenlucht en zijn ‘corona-proof’.

Zo laat je je huis achter als je op vakantie gaat

De zomervakantie komt er aan. Nog een paar weekjes en dan begint de bouwvak. Ook de scholen krijgen snel (of hebben al) vakantie. Wij kunnen niet wachten. Op vrijdag 4 augustus hebben we onze jaarlijkse (besloten, sorry mensen) bouwvak-borrel en daarna zijn we een paar weekjes ‘uit de lucht’. Met de kont in het zand, net zoals de rest van Nederland. Ga je je huis uit voor een paar weken? Lees dan onderstaande tips over hoe je je huis achter laat als je op vakantie gaat. 

1. Vertel tegen je buren dat je op vakantie gaat

Beter een goede buur dan een verre vriend. Een beetje sociale controle kan geen kwaad als je de keet een paar dagen of weken onbeheerd achterlaat. Vertel je buren daarom over je vakantieplannen. Woon je buitenaf? Vraag de buren dan om af en toe jullie oprit in te rijden om even bij het huis te kijken. Hebben de buren een tweede auto? Vraag dan of zij die auto op jouw oprit willen parkeren. Het lijkt net echt.

 

2. Schakel het ventilatiesysteem uit

Veel moderne woningen hebben mechanische ventilatie om de lucht in de woning fris te houden. Ben je er niet? Dan zal de lucht ook niet zo snel vervuilen. Schakel daarom de mechanische ventilatie uit en zet ten minste twee roosters open. Zo bespaar je op elektriciteit. Hetzelfde geldt voor de koelkast en de vriezer. Een vakantie kan een mooie aanleiding zijn om een grote schoonmaak te doen en oude producten weg te gooien. Werd het niet eens tijd dat je de vriezer ontdooide?

 

3. Laat niet aan jan en alleman weten dat je op vakantie gaat

Als inbrekers weten dat je op vakantie bent, dan is de kans op een inbraak groter. Maak het hen dus niet te makkelijk. Stel geen overdreven afwezigheidsmeldingen (mail/telefoon) in en loop ook niet met je vakantie te koop op social media. Je leest ook nog wel eens dat dieven adreslabels aflezen op vliegvelden. Houd het daarom bij een telefoonnummer en mailadres op je adreslabel. Een gewaarschuwd mens telt voor twee.

 

4. Doe de boel op slot

Het klinkt misschien als een inkoppertje, maar goed hang en sluitwerk heeft natuurlijk alleen zin als je het ook goed gebruikt. Maak een rondje voordat je de laatste deur achter je dichttrekt. Controleer daarbij ook de zolder en de berging. Laat geen sleutels aan de binnenzijde van de sloten zitten. En nee, sloten in de tuin of onder de deurmat zijn ook niet het beste idee. Een reservesleutel afgeven bij de buren kan natuurlijk wel. Als je het lief vraagt willen ze de planten misschien ook nog wel voorzien van een wekelijkse douche.

 

5. Maak er geen overduidelijk vakantiehuis van

De gordijnen twee weken dicht, alle planten uit de vensterbank, uitpuilende brievenbussen, het zijn allemaal typische wij-zijn-niet-thuis signalen. Vraag liever iemand om de gordijnen af en toe open en dicht te doen en om de brievenbus te legen. Met tijdsschakelaars op de lampen kun je dieven ook op het verkeerde been zetten.

Hoe laat jij je huis achter als je op vakantie bent?

Waarom wij geen catalogus hebben

'Een op maat gemaakte woning: zoveel mogelijk woonplezier tegen zo laag mogelijke kosten'

Via het contactformulier op onze site krijgen we regelmatig de vraag of we onze catalogus willen sturen. Veel mensen gaan er vanuit dat ieder bouwbedrijf zo’n catalogus heeft. Maar je leest het al in de titel van dit stuk: wij hebben geen catalogus. Daar zit een gedachte achter, die we graag met je delen.

Eigenlijk hebben we niet zoveel woorden nodig om uit te leggen waarom we geen catalogus hebben. Het zit namelijk zo: we bouwen graag een huis waar jij blij van wordt. Een huis dat past bij jouw leven, bij jouw hobby’s en bij je gezinssamenstelling. En omdat mensen nogal verschillend zijn, is het hoogst onverstandig, ook met het oog op jouw portemonnee, om twee keer hetzelfde huis te bouwen. Een custom made huis komt namelijk het dichts bij jouw wensen. Daarmee heb je het meeste waar voor je geld. Simpel toch?

Zoveel mensen, zoveel wensen

Laten we eens verder inzoomen op twee factoren: woonplezier en kosten. In het ideale geval heb je zo veel mogelijk woonplezier tegen zo laag mogelijke kosten. Toch? Oké, laten we nu eens twee vergelijkbare (virtuele) families nemen, beiden met nieuwbouwplannen.

Familie Stoops

  • Vader Tom (42), moeder Henriette (43)
  • Drie kinderen in de leeftijd van 8 tot 14 jaar
  • De familie is helemaal in de ban van muziek maken
  • Moeder Henriette houdt van tuinieren
  • Vader Tom klust graag aan zijn oldtimer
  • Het favoriete moment van de familie Stoops: samen ontbijten op zondagochtend
  • Het kavel van de familie Stoops is aan de noord-, oost- en westkant omringd door buren, maar aan de zuidzijde hebben zij vrij zicht

Familie Ter Graag

  • Hier wonen vader Eric (39), moeder Hanny (37) en twee kinderen (4 en 7 jaar)
  • Een derde kind is niet uitgesloten
  • Dit is een echte sportfamilie: Eric houdt van mountainbiken, Hanny tennist twee keer per week en de kinderen zitten op voetbal en handbal
  • Het favoriete moment van de familie Ter Graag: uitgebreid koken voor vrienden op vrijdag- en zaterdagavond
  • Het kavel van de familie is georiënteerd op het westen. Veel last van de buren hebben zij niet, omdat het kavel in de hoek van het plan is gepositioneerd

Om voor de familie Stoops en de familie Ter Graag een huis te bouwen met zoveel mogelijk woonplezier tegen zo laag mogelijke kosten, is het hoogst onverstandig om voor beide families dezelfde woning te bouwen. Neem alleen al de hobby van Tom Stoops of de dinertjes van Eric en Hanny ter Graag. Wat heeft de familie Ter Graag aan een garage ruim genoeg voor een oldtimer? En waarom zou de familie Stoops een joekel van een keuken willen, als dit ten koste gaat van ruimte om muziek te maken in de woonkamer? Zomaar een paar voorbeelden.

Zoveel mensen, zoveel wensen. Twee keer hetzelfde huis bouwen, zou er toe leiden dat zowel de familie Stoops als de familie Ter Graag een huis krijgt wat niet 100% is afgestemd op hun wensen. Het worden huizen vol concessies en loze ruimtes. Daarmee ben je relatief duurder uit.

Wat kost dat wel niet?

Maar een cataloguswoning is toch goedkoper (schaalvoordeel), waardoor je relatief meer kubieke meters krijgt voor je budget? Ja, dat klopt. Maar wat heb je aan een grotere woning voor hetzelfde geld als die extra ruimte niet is afgestemd op jouw leven en niet past bij jouw kavel en de omgeving? Daarbij zijn de verschillen minder groot dan je misschien denkt. Uiteindelijk wordt ook een custom made huis berekend op basis van de materialen en uren en deze heb je ook nodig voor een cataloguswoning.

Om tot een fijn huis te komen, bouwen we het liefst een huis dat past bij jouw leven en dat van je medebewoners. Daarbij kijken we ook goed naar het kavel. Want elk kavel heeft sterke en minder sterke kant. Neem alleen al de zon, waarvan we de warmte en licht allemaal maar wat graag in huis willen hebben. Huizen worden in alle windrichtingen gebouwd. Ook om die reden zou twee keer hetzelfde huis bouwen heel onverstandig zijn.

Maximaal woonplezier, minimale kosten

De conclusie: een op maat gemaakte woning is de meest efficiënte manier om zoveel mogelijk woonplezier te krijgen tegen zo laag mogelijke kosten. Een huis dat voor jou is ontworpen, past immers bij jouw leven. Vraag ons dus niet naar een catalogus, maar laat ons weten waar jij van droomt en waar jij en je medebewoners blij van worden. Dan zorgen wij voor een huis dat daarbij past. Binnen je budget. Ook dat nog.

Anouk en Hans: onze droom is werkelijkheid geworden

'De mannen op de bouwplaats zijn echte vakmensen met oog voor detail.'

We vroegen Anouk en Hans of zij een review wilden plaatsen over onze samenwerking: de bouw van hun vrijstaande woning in Heeten. ‘Is dit wat? Kunnen jullie hier wat mee?’, reageerde Anouk in haar mail, daarmee verwijzend naar de bijlage. Openen, lezen, stil worden, intern delen, blije gezichten, twijfelen en nu toch maar delen. Omdat de tekst gewoon te mooi is om voor onszelf te houden. Bedankt Anouk en Hans – voor de uitgebreide review en voor de prettige samenwerking!

Tja, en dan heb je ineens een kavel gekocht. Het was (nog) niet onze bedoeling om te gaan verhuizen laat staan om een eigen huis te laten bouwen. We woonden immers heel fijn in onze oude buurt, maar wij hadden wel de droom om ooit (over een kleine 7 á 8 jaar) nog eens een stap naar een vrijstaande woning te maken. Die kans kwam veel eerder dan wij hadden kunnen vermoeden. Een groot pluspunt was dat er welstandsvrij gebouwd mocht worden. Natuurlijk zijn er wel kaders waar je je aan moet houden, maar je bent binnen die kaders wel vrij in het ontwerp en materiaalkeuze. De locatie in combinatie met welstandsvrij bouwen heeft ons over de streep getrokken.

En zo ben je ineens “grondbezitter”. We houden van het buitenleven, van ruimte, lucht en vrijheid. We hebben vaak gefantaseerd over hoe ons droomhuis eruit zou moeten komen te zien. Wij houden van stoer en industrieel. De wens was om dan ook een schuurwoning te bouwen met mooie gebinten. Wat gaat dat allemaal wel niet kosten? Wij hadden niet gedacht dat een geheel eigen ontwerp binnen ons budget zou passen. Eerlijk gezegd hadden wij het niet zo op ontwerpers. Die hebben vaak een visie die niet direct hetzelfde is als van de opdrachtgevers was onze gedachte. Ander vooroordeel dat wij hadden was dat er vaak esthetische oplossingen worden bedacht die er budgettair flink inhakken en in de praktijk totaal niet praktisch blijken te zijn.

Het liefst wilden we lokaal bouwen. Een bouwbedrijf die de omgeving kent en waardeert en oog heeft voor vakmanschap. Nooit gedacht dat het zo lastig was om überhaupt een aannemer te vinden. We hadden een heel lijstje met namen, maar velen wilden niet eens met ons in gesprek zeker als er nog in hetzelfde jaar gestart moest worden met de bouw. Geen interesse of we zitten vol was een veel gehoord antwoord op de vraag of men iets voor ons kon betekenen. Totdat we contact opnamen met Mensink. Zij stonden open voor een kennismakingsgesprek. We werden hartelijk ontvangen. Na nog een tweede gesprek hadden wij er een heel goed gevoel over. We kregen een handig boekje mee waarin heel eenvoudig het hele proces van het bouwen van een eigen huis nog eens wordt uitgelegd en wat er allemaal bij komt kijken en waar je rekening mee moet houden. Na alles nog eens op een rijtje te hebben gezet hebben wij opdracht gegeven voor het maken van een schetsontwerp.

We hadden een aantal uitgangspunten opgesteld met een paar sfeerimpressies en we zijn heel open geweest over het beschikbare budget. Want bij ons is de sky niet de limit en wij toveren er straks dan ook niet zomaar een halve ton erbij. Toen het schetsontwerp voor onze schuurwoning klaar was en wij werden uitgenodigd op kantoor om het te komen bekijken waren we helemaal overdonderd. Het was zelfs een beetje eng hoe goed onze woonwensen zijn vertaald in een prachtig ontwerp. Het was direct een schot in de roos! Echte grote concessies hebben we uiteindelijk niet hoeven doen. Ook wij droomden groots, maar naar mate je verder in het proces komt word je ook weer praktisch en hebben wij ons de vraag gesteld is dit nou echt nodig en past het wel binnen ons budget? De ontwerper daagde ons daarbij ook uit om uiteindelijk de juiste beslissingen te nemen. Daar ondersteunen ze je goed bij, bij Mensink. Zo wilden we graag in eerste instantie beneden slapen, maar dat betekende dat de woning eigenlijk buiten de toegestane 15 meter in lengte moest zijn. Dan kregen we een slaapkamer beneden plus nog een enigszins ruime woonkamer. Wij hadden ons niet gerealiseerd dat je dan op de bovenverdieping net zoveel ruimte krijgt als beneden. Terwijl we die ruimte boven helemaal niet nodig zijn.

De vraag werd dan ook gesteld waarom wij nu al beneden zouden willen slapen terwijl we een dynamisch gezin zijn. Dat kan ook anders en budgettair beter opgelost worden. Nu is het ontwerp zodanig dat de voorbereidingen al zijn meegenomen, dat als het straks nodig mocht zijn we gemakkelijk met een kleine verbouwing alsnog een slaapkamer met douche beneden kunnen realiseren. De enige concessie (ook budgetair) die wij hebben gedaan is uiteindelijk een aantal grote dakramen laten vervallen en de woning iets ingekort waardoor we wat meer budget over hielden voor wat extra meerwerk zoals luxere binnendeuren, upgrade van sanitair en wat extra aansluitpunten voor elektriciteit. Het hele bouwproces van ontwerp, kostenraming, planning, voorbereiding en uitvoering sloot naadloos op elkaar aan.

De mannen op de bouwplaats zijn echte vakmensen met oog voor detail. Daarnaast zijn ze trots op wat ze maken. Het is een hecht bouwteam dat naast hard werken ook nog schik met elkaar heeft. Dat is mooi om te zien. Het is een team wat goed op elkaar is ingespeeld en de lijnen zijn kort. Tuurlijk gaat er wel eens wat mis, maar dat wordt netjes besproken en de oplossing is mooier dan oorspronkelijk bedacht. Nu wonen we inmiddels al weer zo’n drie maanden in ons nieuwe huis en het voelt van begin af aan als ons thuis. We hebben nergens spijt van. Mensen zeggen vaak dat het bouwen van een huis één van de stress volste dingen in een mensenleven is. Wij hebben deze periode met plezier beleefd en hebben er juist veel energie van gekregen.

Warmtepomp in een bestaande woning, goed idee?

'Dermate goed isoleren dat een warmtepomp in een jaren dertig woning rendeert is onmogelijk.'

Een doorsnee wens van een doorsnee stel op een doorsnee werkdag in 2020: ‘Onze CV is toe aan vervanging, doe ons maar zo’n warmtepomp.’

Dan zeg ik: ‘Wat leuk, grote ambities. Goed bezig!’

Zij: ‘Ja! We willen energieneutraal wonen. Nul op de meter als het even kan.’

Ik: ‘Dus jullie willen een nieuw huis bouwen?’

Zij: ‘Een nieuw huis? Nee, nee, welnee, we willen onze bestaande woning klaarmaken voor de toekomst. In 2050 moeten we allemaal energieneutraal wonen, toch?’

Wat ze zeggen klopt: vanaf 2050 moet iedere woning – oud en nieuw – net zoveel energie opwekken als er verbruikt wordt.

Ik gniffel en vraag door. Het bestaande huis van het stel blijkt een rijwoning uit de jaren dertig met houten vloeren. Door de jaren heen is er dubbel glas geplaatst, net als isolerende voorzetwanden aan de voor en achterzijde van de woning. De zolder is geïsoleerd met isolerende platen aan de binnenzijde. Kortom: een woning uit duizenden. Een woning waarvoor 2050 nog ver weg is. 

Nieuw en oud: twee verschillende werelden

En dus vertel ik het verhaal dat ik de laatste tijd zo vaak vertel: een nieuwe woning of een bestaande woning, dat zijn twee verschillende werelden. Bedenk dus bij alles wat je leest: gaat het hier over nieuwbouw anno 2020 – of niet? Een warmtepomp is een typisch nieuwbouw anno 2020-apparaat. Warmtepompen verdienen zichzelf terug omdat de huizen waarin we ze plaatsen nauwelijks warmte nodig hebben. Dát is het succes van de warmtepomp, niet de pomp maar de lage energiebehoefte. De badkuip verliest nauwelijks water, dus is er weinig water nodig om de badkuip vol te houden – dat idee.

Zet daar de bestaande woning van dit stel tegenover. Dermate goed isoleren en zoveel kiertjes dichten dat een warmtepomp in deze jaren dertig woning rendeert is simpelweg onmogelijk. Daarvoor is de energiebehoefte te groot. In het huis van dit stel kom je niet meer op de plekken waar je móét komen, de fundering bijvoorbeeld. Dit heeft te maken met thermische onderbrekingen, maar ik zal het voor nu niet al te technisch maken. Waar het op neer komt: de badkuip verliest veel meer water. De warmtepomp kan de vraag niet aan.

‘Wat kunnen we wel doen?’ 

Energiebehoefte

Twee woorden: isoleren, zonnepanelen. Henk Wegkamp heeft er op de site van Dantuma-Wegkamp meerdere onderhoudende stukken over geschreven. Zonnepanelen zijn volgens hem de oplossing voor de verduurzaming van bestaande woningen. En ik ben het met hem eens. De energiebehoefte van de woning: warmte (gas) en elektra. De warmtebehoefte duurzaam aanpakken is lastiger, dus richt je op elektra. Zonnepanelen vergen weinig onderhoud, zelf stroom opwekken rendeert, de investering betaalt zichzelf terug. Elektrisch koken reduceert de gasbehoefte en bovendien is het mogelijk om water elektrisch te verwarmen. In het ultieme geval – als er genoeg gaatjes en kiertjes zijn gedicht en er voldoende geïsoleerd is – blijkt het met zonnepanelen zelfs mogelijk om bestaande woningen energieneutraal te krijgen. Al is het een flinke kluif.

Tegen stellen als deze zeg ik daarom: maak een begin. Niet door de CV-ketel te vervangen door een warmtepomp, maar door de kruipruimte vol te storten met schuimbeton. Leg vloerverwarming aan zodat je met lage(re) temperaturen kunt verwarmen, leg het dak vol met zonnepanelen, isoleer, loop de kiertjes en gaatjes na. Daarmee is je huis misschien niet meteen energieneutraal, maar 2050 is nog een eind weg.

Kansen voor woningbezitters: je huis als nieuw met een kleine ingreep

'Een dakkapel of uitbouw loont bijna altijd.'

Op de overspannen woningmarkt is het niet altijd gemakkelijk om je woonwensen uit te laten komen. Ook nu biedt creativiteit uitkomst. Voor bezitters van jaren ‘70 en ‘80 woningen liggen er kansen. Met een of meerdere kleine ingrepen geef je je huis een make-over. Een trend is misschien overdreven, maar dan is het in ieder geval het begin van een trend.

Bouwen in fases

Ontwerper Marten Jansen schreef op zijn site al eerder over de make-over van een jaren ‘70 bungalow in Diepenveen waarvoor hij samen met de opdrachtgevers een ontwerp maakte. De eerste fase is inmiddels bijna afgerond en dat heeft tot onderstaand resultaat geleid. In fases kunnen de opdrachtgevers de komende jaren toewerken naar het beoogde eindresultaat: een – in ieder geval op het oog – hypermoderne woning die helemaal van deze tijd is.

Eindeloze mogelijkheden

Eerder postten we onderstaande make-over op onze Facebook-pagina. Voor en na. Zoek de verschillen. Een immens verschil toch? Werkvoorbereider Pascal Visscher: ‘Er is een huizentekort en dus kijken mensen naar mogelijkheden om bestaande huizen aan te passen. Zeker in het geval van jaren ‘70 en ‘80 woningen zijn de mogelijkheden eindeloos.’

Investering

Hoe bepaal je of een make-over (financieel) de moeite waard is? Pascal: ‘Dat is helemaal afhankelijk van de wensen die iemand heeft. In de regel kun je zeggen dat investeren in extra ruimte de moeite waard is. Een dakkapel of uitbouw loont bijna altijd. Geef je een woning alleen qua uitstraling een upgrade dan is het lastiger te bepalen, maar ook daarvoor geldt dat het je huis aantrekkelijker maakt.’

Pascal noemt de schuren bij het kantoor van Mensink: ‘Die schuren oogden lange tijd vervallen en gedateerd. Met nieuwe gevelbekleding – een relatief eenvoudige ingreep – ziet het er weer verzorgd, fris en van deze tijd uit. Een dergelijke oplossing is bijna altijd goedkoper dan helemaal opnieuw beginnen. Daar komt nog eens bij dat dat in deze tijd moeilijk is. Want vind maar eens bouwgrond.’

‘Het hoeft niet in een keer’

Om te bepalen of een make-over ook voor jou een goede oplossing is, is afhankelijk van je wensen. Pascal: ‘Stel jezelf de vraag wat je wilt en wat je tekortkomt. Bepaal vervolgens wat je wel en niet mooi vindt aan je huis. Als je dat helder hebt kunnen ontwerpers zoals Marten en Joeri een rol spelen bij het vertalen van die wensen naar een make-over van je huis. Opdrachtgevers zijn meestal positief verrast als ze zien wat er óók met hun huis kan. Geef het een kans, want het mooie is: het hoeft niet in een keer.’