Het verschil tussen mogen en moeten
Nu m’n pa een stap naar achteren heeft gezet en ik een stap naar voren, zal ik ook wat vaker mijn gedachten delen op deze plek. Een echt inkijkje geven in het reilen en zeilen bij Mensink. Het is niet mijn grootste hobby, dat zeg ik er meteen bij, maar ik vind het wel waardevol. Het internet staat immers al vol genoeg met gesuikerde praatjes.
Ik weet het niet
Zo vind ik het bijvoorbeeld interessant om te vertellen dat de vraag wanneer je geschikt bent me al een tijd bezighoudt. Is een bedrijf overnemen op zesentwintigjarige leeftijd niet te vroeg? Wanneer ben je klaar voor zo’n stap? Het juiste antwoord is: niemand die het weet. Dus toen m’n pa aangaf open te staan voor bedrijfsopvolging, heb ik goed nagedacht of ik het wilde. Het antwoord: ja, omdat ik zie hoeveel voldoening het kan geven om collega’s en klanten blij te zien. En vooral ook: om dat samen voor elkaar te krijgen. Mijn leeftijd hebben we gemakshalve maar buiten beschouwing gelaten.
Nu ik het stokje heb overgenomen kijken collega’s ineens naar mij. Zo werkt dat blijkbaar. Alsof ik met aandelen in de zak ineens weet hoe het zit. Nee! Gelukkig volstaat dat antwoord ook in veel gevallen: ik weet het niet. Ik hecht er veel waarde aan om het samen te blijven doen. In andere gevallen is sturing en een koers wel gewenst. Daarom hebben we – Joeri en ik – besloten om op zulke momenten keuzes te maken en achteraf te reflecteren. Een slecht besluit is nog altijd beter dan geen besluit. (Want van een slecht besluit leer je, en zo kom je alsnog verder.)
Reddingsboei
Zeventig procent van de tweede generatie familie aan het roer van een bedrijf overleeft het niet. Zeven op de tien! Ik kan niet ontkennen dat ik schrok toen ik dat las. (Nog afschrikwekkender: na de tweede opvolging staat nog maar 13 procent van de familieondernemingen overeind.) Hoe dat komt? Hoge verwachtingen en het verlammende effect daarvan. Maar ook: de eerste generatie die niet los kan/durft te laten, waardoor vernieuwing wordt tegengegaan. Terwijl juist dat nodig is voor een gezonde toekomst: vernieuwen, moderniseren.
Hoge verwachtingen zijn er vast en zeker, maar vooralsnog voelen Joeri – die bij Yellowlines het stokje overneemt van Marten – en ik die niet zo, laat staan dat ze verlammend werken. En gelukkig lopen Gonard en Marten ons niet in de weg. Joeri en ik hebben naar elkaar uitgesproken dat we het beter willen doen dan onze voorgangers en worden daarbij gesteund in plaats van afgeremd door die voorgangers. Om de week zitten we met Gonard en Marten aan tafel. Dat is prettig, want Joeri en ik kunnen nog veel van ze leren. Ik zie ze als een soort reddingsboei die altijd voorhanden is als we dreigen te verzuipen. Een zachte overgang, zeg maar.

Onszelf vrij maken
En toch: het verschil tussen mogen en moeten is groot, merk ik al. Ik weet nu waar die vrijheid die ik jarenlang voelde vandaan kwam. Waar ik taken voorheen gestructureerd kon afwerken, loopt mijn bordje nu sneller over. Aan ideeën om Mensink te verbeteren geen gebrek, maar wanneer voer je ze uit? Jarenlang heb ik m’n pa verweten dat hij dit soort verbeteringen niet doorvoerde. Hij zei altijd: ‘Ik vind de ideeën goed, maar ik ga het zelf niet doen. Want dan krijg ik er weer een taak bij.’ Pas nu ik in zijn schoenen sta, begrijp ik hem. (Net zoals ik begrijp waar de vele uren in gingen zitten.)
Als Joeri en ik echt verder willen komen, zal de truc dus worden om onszelf vrij te maken. De dagelijkse bedrijfsvoering zo neerzetten en beleggen bij anderen, dat we ons kunnen focussen op de toekomst. Werken áán het bedrijf in plaats van erin. Het zal een hele kluif worden, maar ik vind het een leuke uitdaging en heb er zin in. Die dertig procent, daar ga ik bij horen.