Het mes van vertrouwen snijdt aan twee kanten
Ik had de eer om een paar woorden te wisselen met de burgemeester van een niet al te grote gemeente in Noordoost-Nederland. Hoe we precies op het onderwerp kwamen weet ik niet meer. Voor mij leek de opmerking uit het niets te komen. De burgemeester ging wat rechter op staan en zei: ‘Vierhonderd FTE,’ daarmee doelend op de loonlijst van het stadhuis. ‘En dan zoeken we ook nog eens honderd mensen. We hebben een personeelstekort!’ Hij glunderde.
Betrouwbaar, eerlijk, recht door zee
Bij Mensink staat de poort open voor iedereen. Ik wilde schrijven: ‘voor mensen met een rugzakje’, maar dat slaat nergens op. Hebben we niet allemaal een rugzakje? Is de rugzak van sommigen te zwaar of weten wij de inhoud niet op waarde te schatten? Hoe dan ook: we gooien de deur niet zomaar dicht, ook niet als er wat meer aandacht nodig is om iemand op weg te helpen.
Daan is een geweldig voorbeeld. Hij heeft PDD NOS, een stoornis in het autismespectrum. Geluiden komen bij hem ongefilterd binnen en hij houdt niet van drukte en grote groepen. Draai je Daan om, dan zie je iemand die een goed oog voor detail heeft en nauwkeurig en perfectionistisch is. Hij is zeer betrouwbaar, eerlijk en recht door zee. We namen (en nemen) hem serieus en nu werkt hij vijf dagen per week als terrein- en werkplaatschef. Daan haalt materialen op, brengt spullen weg en verzorgt het onderhoud van gereedschappen.
‘Als jullie er niet meer zijn valt alles weg’
Bij mensen als Daan komt er via de gemeente vroeg én laat een jobcoach aan te pas, iemand die het belangrijk vindt om mij te vertellen wat ik moet doen. Ik zit daar niet op te wachten en laat dat ook duidelijk merken. Hun toegevoegde waarde is me na al die tijd nog steeds niet duidelijk, toch blijven ze zich opdringen. Laatst zei er een: ‘Het is mooi dat jullie X een kans geven, maar ook kwetsbaar. Als jullie er niet meer zijn valt alles weg voor X.’
Toen brak m’n hamer. We zijn hier al dertig jaar iedere dag! De poort staat altijd open. We hebben plichtsbesef en komen iedere ochtend ons bed uit, zodat de koffie klaarstaat als iedereen zich om zeven uur meldt. In al die tijd ben ik één jobcoach tegengekomen die het wel helder zag. Die zei: ‘Het geld dat ik krijg, moeten ze eigenlijk aan jullie geven.’
Martin Kniest en Johan Middelkamp
Voor de helderheid: dat geld hoef ik niet. Iets voor iemand betekenen, dáár worden we blij van. Het is onbetaalbaar om jongens als Daan een kans te geven en ze op te zien bloeien, vraag maar aan Martin Kniest van Matz Carwash en Johan Middelkamp van Sallandse Wegenbouw. Maar na die opmerking over geld van de verstandige jobcoach zag ik wat ik al langer denk opnieuw helder voor de geest: de overheid wil zaken regelen waar het helemaal niet goed in is. Wie heeft daar nou eigenlijk wat aan?
Ik dacht aan de burgemeester van de niet al te grote gemeente met zijn personeelstekort. Wat voor hem en voor ons zou helpen: een overheid die vertrouwt op marktpartijen die niet bang zijn om te investeren in mensen, talent herkennen, ervoor gaan en dóén. Ik weet zeker dat wij dan nog veel meer kunnen betekenen voor mensen. En dat het met die instelling op het gemeentehuis leger en leger zal worden. Dat zijn twee vliegen in één klap.