Mensen van Mensink #8: Daan

De mensen van Mensink: wie zijn ze, waar zijn ze goed in en waarom doen ze wat ze doen? Vandaag: Daan Wassink (21). ‘Ik vond het spannend, al die gasten bij Mensink. Ik probeerde ze te ontlopen.’

Daan, wat voor werk doe jij bij Mensink?

‘Ik haal materialen op, breng spullen weg, verzorg het onderhoud van gereedschappen. En ik houd het terrein netjes natuurlijk. Overdag appen de jongens op de bouw bestellingen naar mij door, spullen die ze morgen nodig hebben. Zometeen om vier uur stap ik in de auto en rijd ik naar Raab, Pontmeyer en Mastermate. Terug aan de zaak laad ik de materialen over op verschillende aanhangers. Morgenochtend is het voor de jongens een kwestie van de juiste aanhanger aankoppelen en wegrijden.’

Dus je bent een soort terrein- of werkplaatsknecht?

‘Chef, geen knecht. Knecht, dat was ik vroeger. Haha.’

Hoe ben je bij Mensink terecht gekomen?

‘In 2018 had mijn begeleider Wybren een meeloopstage bij Mensink geregeld voor mij. Dat was spannend, want ik houd niet van drukte en grote groepen. Het ging in die tijd niet zo goed met mij.’ Daan wijst naar een rooster in het plafond. ‘Hoor je dat geruis? Dat soort geluiden komen bij mij ongefilterd binnen. Met een beetje tegenzin ben ik toch met Wybren meegegaan en heb ik een paar zaterdagen meegewerkt bij Mensink, ik geloof dat ik hielp bij het dichtmaken van oude mestputten, ik weet het niet meer precies. Maar ik vond het leuk om weer bezig te zijn, ik had al een paar jaar thuis gezeten.’

Hoe kwam dat?

‘Ik was uitgevallen in het derde jaar van de middelbare school. Ik had geen fijne klas, werd gepest. Ik heb PDDNOS, een stoornis in het autismespectrum. Mijn klasgenoten begrepen dat niet. Toen ik bij Mensink kwam vond ik dat heel spannend. Al die gasten… Wanneer de anderen in de kantine zaten, bleef ik buiten en andersom. Ik probeerde ze te ontlopen. De eerste stappen waren het moeilijkste voor mij. Maar ik kreeg de tijd en langzaam ging het beter. Ondertussen ging ik ook weer naar school in Zwolle, naar de Ambelt. De klassen zijn daar kleiner, iedereen heeft daar wat. Gonard adviseerde me om school af te maken en dat heb ik gedaan: vorig jaar heb ik mijn diploma gehaald. Mocht ik hier ooit weggaan heb ik in ieder geval een papiertje, een fijn idee.’

Hoe gaat het nu, vind je het nog altijd moeilijk om je tussen de andere jongens te begeven?

‘Ik houd nog steeds niet van drukte, maar volgens mij gaat het redelijk goed. Ik werk nu vier dagen per week van negen tot zes en volgens mij hebben ze liever dat ik vijf dagen kom. Ik doe mijn ding en voel me gewaardeerd.’

Wat wilde je worden als kind?

‘Daar was ik niet mee bezig. Toen we in 2017 naar Broekland verhuisden heb ik geholpen met de verbouwing van ons huis. Dat vond ik leuk om te doen. Van iets lelijks maakten we iets moois.’

Wil je ooit timmerman worden?

‘Misschien wel, ik weet het niet. Wat ik nu doe vind ik leuk, ik doe het met plezier. Zo lang dat zo blijft ben ik tevreden.’

Hoe ben jij veranderd sinds je bij Mensink werkt?

Daan denkt even na. ‘Uh… Poeh. Dat weet ik niet. Zal ik een hulplijn bellen?’ Daan pakt zijn telefoon, belt zijn moeder. Ze neemt op. ‘Mam, met Daan. Wil je een vraag voor mij beantwoorden? Ik zet je even op de luidspreker.’

Moeder van Daan, hoe heeft u uw zoon zien veranderen de afgelopen jaren?

De moeder van Daan: ‘Daan rijdt als zelfstandig medewerker van Mensink van hot naar her en regelt een heleboel zaken, dat hadden wij een paar jaar geleden niet kunnen bedenken. Hij is weer de Daan die hij was voor al het gedoe begon. Het werk heeft hem een zelfvertrouwen gegeven van hier tot en met Tokyo. Ooit hoopten we dat hij weer van het erf af zou gaan, en kijk nu eens! Hij heeft een enorme sprong gemaakt en het lef gehad om deze uitdaging aan te gaan. Daar zijn wij, zijn ouders, ontzettend trots op.’ Daan dan: ‘Dank mam, tot straks.’ Daan hangt op.

Nou, hoe luister je hiernaar?

Daan met grote grijns: ‘Blij. Het zegt veel dat mijn moeder dit zegt.’

En nu, op naar Raab, Pontmeyer en Mastermate?

‘Inderdaad. Voor Dollenkamp moet ik twintig ytong blokken hebben. Wat kalkzandsteen voor de zaak. Een paar binnendeurpakketjes, voor iemand anders een lateitje. Een blik verf en wat blokkwasten. Er zijn dagen bij dat ik een ramvolle aanhanger heb, vandaag valt het wel mee.’

Recommended Posts