Toen het bedrijfserf van Mensink nog een boerenerf was hadden mijn vader en ik zaterdaghulpen. De vaak jonge knapen stelden ons in staat om onze tijd goed te benutten in de stal en op het land. Eenmaal in de bouw – de boerderij leverde niet genoeg op voor twee gezinnen – maakte ik opnieuw gebruik van hulpen. Tot mijn vrouw me terugriep. Hulptroepen hebben aansturing nodig, ik was altijd aan het werk. Ik zegde de hulpen af in de hoop dat ik vaker thuis zou zijn. (Het zette geen zoden aan de dijk, maar dat terzijde.)

Bij de bouw van ons kantoor in 2019 en 2020 had ik opnieuw zaterdaghulpen nodig. Ik vroeg aan mijn zoon of hij nog mensen kende, waarop hij zijn vrienden optrommelde. Het werkte geweldig. Met een vaste club bouwden we stap voor stap ons kantoor en aan het einde van de dag dronken we samen een biertje. Anderhalf jaar lang was de zaterdag mijn favoriete dag in de week. Toen alles klaar was meldden twee jongens uit de ploeg zich aan bij Bouwmensen. Ze werken inmiddels bij Mensink.

In die periode verscheen er ook een mail van Uitzendbureau Salland in mijn inbox. Ze wilden een platform opzetten voor bijbanen in de techniek. Tachtig procent van de jongeren heeft een bijbaan, maar de meesten vullen vakken of brengen kranten rond. Kon dat niet anders? ‘Goed idee!’ schreef ik terug. Met de goede ervaring met de vrienden van van mijn zoon nog vers in mijn geheugen meldden we ons aan met een vacature. Gezocht: Vakman IDD

En toen kwamen ze. Eerst een, toen twee, vijf en inmiddels tien jonge knapen meldden zich aan de poorten van ons terrein. Ze laden en lossen aanhangers, ruimen het terrein op, schilderen stelkozijnen, stippen roestplekjes aan en zagen hout op maat voor onze houtvergasser.

Gaat dat ze goed af? Nou, niet bepaald. 

Wanneer die gasten hier binnenkomen kunnen ze niets. Ik verbaas me er iedere keer weer over. Ze zetten spullen neer op plekken waar gelopen wordt, halen weersbestendige materialen naar binnen en laten gereedschap in de regen staan. Er deugt niets van, het is echt overweldigend hoe weinig ze kunnen. De logica ontbreekt. En het zit maar te teuten en te prutten. Je blijft roepen: 

‘Maak het jezelf makkelijk!’

‘Zorg dat je het niet tig keer in de vingers hebt.’

‘Werk er in één keer mee af.’

‘Hieperdekiep naar binnen met die koffie, je hebt maar 15 min pauze!’

Maar nu komt het: na een maand of drie trekt het bij. 

Dan beginnen ze op te letten, elkaar te helpen. Maar dat is leuk! Onbewust onbekwaam wordt dan ineens bewust onbekwaam. Nog steeds kunnen ze vrij weinig, maar ze beginnen te snappen dat ze iets kunnen bereiken door te leren en te doen. Ze worden hongerig naar informatie. Ze gaan beter kijken en oplossingen bedenken. Daar hoort ook schaamte bij. Soms druipt er eens iemand af, uit pure wanhoop. Op zo’n moment roep ik zo’n jongen bij me en duw ik hem de goede kant uit.

Inmiddels weet ik echt wel dat dit soort trajecten een hoop tijd en geld kosten. Daar hoeven we niet omheen te draaien. Maar ik heb in vijfentwintig jaar Mensink nog nooit iemand te vroeg afgeschreven. Pas geleden meldde zich hier een knaap van 15 jaar. “Ik snap er niets van”, zei hij halverwege zijn snuffeldag. Die zien we nooit meer terug, dacht ik. Maar de volgende dag appte hij. Of hij vaker kon komen. ‘Prima’, stuurde ik terug. ‘Wanneer zien we je?’ Hij kwam. En hij pakte dingen op, werd handig. De ontwikkeling die hij sindsdien doormaakt is geweldig om te zien. 

En dat is precies de reden waarom we het doen. Natuurlijk, met een beetje geluk maken ze zich nuttig en lopen er wat toekomstige timmermannen tussen. Maar je kunt mij niet blijer maken met ouders die langskomen op het bedrijf om te vertellen dat ze hun zoon niet weer kennen. Een huis bouwen is mooi, maar mensen zien opbloeien nog veel mooier.

Recommended Posts

No comment yet, add your voice below!


Add a Comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *