Mensen van Mensink #16: Jorn

Mensen van Mensink #16: Jorn

Jorn: ‘Van een stapel hout een huis maken, dat blijft iets moois’

De mensen van Mensink: wie zijn ze, waar zijn ze goed in en waarom doen ze wat ze doen? Vandaag Jorn (25), die al op jonge leeftijd voorman werd en nu ruikt aan een bestaan als uitvoerder.

Zeven jaar werkt Jorn nu bij Mensink. Hij begon als stagiair, werd daarna leerling. Een tijdje zat hij op kantoor, tekenen, het werk voorbereiden, ‘maar dat was niet echt wat, de dagen duurden veel te lang.’ Gonard keek hem aan en zei: ‘Je mag hier ook wel als leerling timmerman komen werken, hoor.’ Dat zag hij wel zitten. Jorn: ‘Dat past beter bij me, naar buiten, met de handen werken. Ik was thuis ook altijd aan het knutselen met hout.’

Materiaalkennis

‘Nou gewoon,’ zegt Jorn een paar keer als we hem vragen waarom hij dat timmeren nou zo aantrekkelijk vindt. Na een beetje doorvragen blijkt hout de magische factor. Jorn: ‘Van een stapel hout een huis maken, dat blijft iets moois.’ Op school leerde hij de wetten van mechanica, deed hij materiaalkennis op en leerde hij om een tekening te lezen. ‘Het is best handig om een basis te hebben. Al word je in de praktijk pas een vakman.’

Na twee jaar timmeren onder de vlag van Menno en Jelmer werd Jorn al voorman. Hij was toen net negentien. ‘Zie je dat zitten? vroeg Gonard. Ik vond het prima, als ik maar geen leerling meekreeg. Ik had nog genoeg aan mezelf op dat moment.’ Als onderaannemers zich op de bouw meldden, vroegen ze aan Jorn: ‘Bij wie moet ik zijn?’ En dan zei Jorn: ‘Bij mij.’

In de keet op de iPad

Inmiddels is Jorn helemaal vertrouwd met zijn rol als voorman. Sterker nog, tijdens zijn jaarlijkse beoordelingsgesprek gaf hij aan wel toe te zijn aan een beetje uitdaging. Daarom ontfermt hij zich op dit moment als uitvoerder over de bouw van acht woningen in Schalkhaar, project Bosw8ers heet het. ‘Er zitten dagen bij dat ik de hele dag aan het bellen ben. Overleggen met onderaannemers, met klanten, dat soort dingen.’

Bij het Bosw8ers project is Jorn het aanspreekpunt op de bouw. Voor klanten, voor onderaannemers, voor timmerlieden, voor kantoor. Dat betekent voor Jorn nog meer plannen, nog meer vooruitkijken. ‘Je moet niet denken dat ik een kantoor heb in zo’n barak. In mijn bus ligt een kladblok, als timmermannen materiaal nodig hebben schrijven ze het op. Ik heb ook wel eens twee uur met de iPad in de keet gezeten.’

Magisch

Mensink bouwt steeds vaker meerdere woningen binnen één project. Het zou kunnen dat we in de toekomst vaker met uitvoerders gaan werken. Of Jorn daarvoor de aangewezen persoon is weet hij niet. ‘Het sfeertje op de bouw vind ik nog te leuk. Een uitvoerder is weliswaar op de bouw, toch is het anders. Bovendien ben ik graag lekker bezig. Zo lang het lijf dat nog prima vindt, blijf ik timmeren. Het blijft iets magisch, je begint met een gat in de grond en als je klaar bent staat er iets blijvends. Een combinatie van timmerman en uitvoerder zou top zijn.’

Na dertig jaar gaat er nu echt iets veranderen in de bouw

Gonard Harwoonie flexwoningen Olst Wijhe

Na dertig jaar gaat er nu echt iets veranderen in de bouw

Toen ik op de lagere school zat – de jaren zeventig – hadden ze het al over zonnepanelen, want op een dag zouden de fossiele brandstoffen opraken. Vijftig jaar later zijn zonnepanelen gemeengoed en hebben we het over circulair en biobased bouwen. We moeten niet alleen onze eigen energie opwekken, ook de voetafdruk van de bouw zelf moet drastisch omlaag. Om met António Guterres te spreken: ‘We zitten op de snelweg naar een klimaathel met onze voet op het gaspedaal.’ Ik ben om, het is niet langer een kwestie van kiezen.

Sneller, sneller, sneller

En dan zijn er nog twee crises in onze sector: het woningtekort en het arbeidstekort. Het moet niet alleen groener groener groener, ook sneller sneller sneller met minder minder minder mensen. Ga er maar aan staan. De hoop is gevestigd op prefab, modulaire woningen die seriematig uit de fabriek rollen. Net als bij zonnepanelen, circulair en biobased bouwen was ik aanvankelijk sceptisch. Prefab is voor de grote jongens, dacht ik vanwege de grote investeringen die dergelijke innovaties vragen.

Maar wat moet je? Wachten? Toekijken hoe alles anders wordt? Het lijkt me saai. Daarom zijn we vanuit de Innovatiehub Salland met het circulaire en modulaire concept Harwoonie begonnen. Ons doel: kwalitatief hoogwaardige huizen die later een nieuw leven kunnen krijgen op een andere plek. De eerste woningen zijn inmiddels gerealiseerd in Raalte, Olst, Wijhe en Heerde.

Volume en vakman

Dertig jaar lang hebben we bij Mensink min of meer hetzelfde gedaan. Ja, de isolatie is dikker geworden en de beglazing heeft inmiddels drie lagen, maar verder: hetzelfde laken een pak. Tot nu. Ik ben ervan overtuigd dat we aan de vooravond staan van echte veranderingen. De bouw zit in een overgangsfase van het oude naar het nieuwe normaal. Ik voorzie twee stromingen: de volumestroming en de vakmanstroming. Want reken maar dat er voor de vakman in de bouw een gouden toekomst lonkt. Voor renovatie, restauratie en op maat gesneden, super persoonlijke woningen biedt de fabriek geen uitkomst. Het is dus en en.

In de begindagen van de automobiel heeft elke smid op de hoek van de straat er wel een gebouwd, las ik ergens. Uiteindelijk verplaatste de productie zich naar grote fabrieken. Vandaag de dag worden in Nederland helemaal geen auto’s meer gemaakt. Met modulair bouwen zal iets vergelijkbaars gebeuren. Of Harwoonie over dertig jaar een van de overgebleven initiatieven is, weet ik niet. Daar gaan we voor, want we geloven in ons concept. Als het niet zo is, kunnen we in ieder geval zeggen dat we niet lijdzaam hebben toegekeken hoe ons bedrijfsmodel achterhaald raakte.