Mensen van Mensink #21: Luuk

Mensen van Mensink: Luuk

Mensen van Mensink #20: Mees

Luuk: ‘Jarenlang hobbelde ik achter hem aan, hij had de kopzorgen’

De mensen van Mensink: wie zijn ze, waar zijn ze goed in en waarom doen ze wat ze doen? Vandaag Luuk (24), de altijd goedgemutste timmerman zonder timmerpapiertje. Voor hem is het grote mannen-leven nu ook begonnen.

Luuk is zo’n gast waarvan je hoopt dat ‘ie niet afhaakt als er een uitje wordt georganiseerd. Hij heeft zijn lach altijd bij zich, net als zijn goede zin en wilde lokken. Luuk doet aan sfeerbeheer zonder dat hij het zelf weet. Zijn aanwezigheid is genoeg. Hij is gewoon een – hoe zullen we het eens noemen – nou ja, fijne vent.

Niet de braafste

Tot zover onze bescheiden mening. Nu Luuk zelf over Luuk. Hij begint meteen te lachen: ‘Ik kan ook wel een brompot zijn, hoor. Bij de voetbal bijvoorbeeld. Dan ben ik fanatiek, wil ik niet verliezen. Ik doe niet altijd mee voor de fairplay-prijs, zeg maar. Maar goed, meestal ben ik wel goed te pas, ja.’

Luuk’s opa had een bouwbedrijf: bouwbedrijf Otten in Luttenberg. Zijn moeder weet meer van bouwen dan zijn vader, want die opa was, dat was haar vader. De bouw was nooit ver weg voor Luuk en hij vond het leuk om te zien, als ze bij hem thuis kwamen om te timmeren bijvoorbeeld. ‘Toch heb ik lang getwijfeld wat ik wilde. School was niet mijn ding, ik houd niet van zitten. Ik was ook zeker niet de braafste jongen van de klas.’

Mensen van Mensink: Luuk

Tot morgen!

Zijn plan was: ik maak het mbo af en dan ga ik de praktijk in, de bouw op. Maar zijn moeder zei: ‘Dat kan altijd nog. Waarom probeer je mbo niveau-4 niet?’ Luuk luisterde en meldde zich aan voor de opleiding bouwkunde. Zijn laatste stage deed hij bij Mensink. ‘Maar eenmaal op kantoor zat ik steeds rechtsonder in beeld te kijken hoe laat het was.’ Hij kan het wel, zegt hij, het is de wil en de concentratie die hem nekte.

Daarom zei Gonard tegen hem: ‘Weet je wat, anders ga je gewoon mee de bouw op.’ Luuk knikte, stapte bij voorman Aron in de bus en stak zijn handen uit de mouwen. ‘s Morgens werd hij opgehaald van huis door Aron en ‘s avonds weer afgezet. Een zorgeloos bestaan, geeft hij toe. ‘Ik deed overdag wat hij vroeg en aan het einde van de dag zei ik: “Tot morgen!” Heerlijk.’ Hij lacht maar weer eens.

Iets achter de hand

Luuk heeft geen timmeropleiding gedaan, maar de meer theoretische opleiding bouwkunde. Het timmeren leerde hij in de praktijk, van Aron en vooral: door te doen. Hij mist de timmeropleiding niet. ‘Bouwen leer je door meters te maken.’ Zijn moeder is hij dankbaar. ‘Als ik het zelf had besloten, was ik voor de makkelijke weg gegaan en had ik nu alleen mbo niveau 2 in de tas.’ Inmiddels heeft hij de smaak te pakken. Het afgelopen jaar volgde hij op eigen initiatief de KOB, de aannemersopleiding. ‘Ja! Want ik vind mijn werk leuk. Ik wil er meer over leren.’

De andere reden: ‘Ik ben bijna twee meter en heb daardoor vaak een zere rug. Als ik tot mijn zestigste in de bouw blijf lopen, haal ik mijn pensioen niet. Nu heb ik iets achter de hand.’ Op de KOB leerde hij calculeren, opdrachten verwerven en ondernemen. Voor het technische gedeelte kreeg hij vrijstelling. ‘Projectmanagement lijkt me interessant in de toekomst. Of een rol als werkvoorbereider. Door die opleiding weet ik dat er meer komt kijken bij een bouwbedrijf runnen dan alleen timmeren, materialenkennis en de omgang met gereedschap.’

Met hoofdpijn naar huis

Maar goed, voorlopig is het kennis voor later. Hij is net voorman geworden en nog lang niet uitgeleerd en uitgekeken. ‘Nu het nog kan, wil ik doen wat ik het mooiste vind: bouwen.’ Op dit moment is hij samen met zijn maat Wout (van Loon) bezig met zijn eerste volwaardige woning. En dat is behoorlijk uitdagend, geeft hij toe. ‘Gewoon doen, hè? Dat is het mooie van Mensink. Ze zeggen: dit zijn de tekeningen, zoek het maar uit en als je vastloopt bel je maar.’

Bellen heeft hij gedaan. ‘Nee, ik ga niet lopen knooien. Dan bel ik liever een keer te vaak. Tijdens deze bouw ben ik al meerdere keren met hoofdpijn thuisgekomen, omdat ik dacht dat er iets helemaal niet klopte. Ik kwam met de hoogtes niet weg, ik kwam met de breedtes niet weg. Eerst maakte ik me zorgen, dacht ik: ligt het aan mij, heb ik iets fout gedaan? Aron is langs gekomen op de bouw en samen hebben we het probleem gevonden. Gelukkig was het mijn fout niet, er klopte iets niet in de maatvoering op tekening.’

Het grote mannen-leven

En dus weet Luuk nu ook hoe het voor Aron voelde toen hij nog in de leer was bij hem. ‘Jarenlang hobbelde ik achter hem aan, hij had de kopzorgen, ik zat ‘s avonds lekker relaxed op de bank. Nu heb ik de kopzorgen zelf, het grote mannen-leven is begonnen. Dat betekent ook dat ik nu degene ben die moet zeggen: zo gaan we het doen. Dat vind ik nog lastig, vooral als iets niet goed gaat.’ Komt allemaal wel, zegt hij, hij geeft zichzelf de tijd. ‘Ik moet nog ontdekken wat bij me past. Ik denk dat ik iemand op een foutje wijs met een grapje en een lach. Iedereen heeft zijn eigen manier.’