Waar zijn ze gebleven, bouwmensen die het spel mee willen spelen?

‘Wat voor gereedschap heb je nodig?’ vroeg ik aan Taras, de timmerman uit Oekraïne die sinds juni voor ons werkt. Zijn antwoord: ‘Alles heb ik nodig. Alles, inclusief een eigen bus!’ Hij meende het, daarvoor ken ik hem inmiddels goed genoeg. Taras heeft geleerd voor zichzelf op te komen en daarbij: hij wil door. Niet alleen op de bouw, in het hele leven. Het zijn goede ingrediënten om op een dag in zo’n felbegeerde Mensink-bus rond te rijden. Ik glimlachte. Waar zijn ze gebleven, deze bouwmensen?

Taras’ unieke werkhouding, zijn hele zijn, legt een fenomeen bloot waar wij – de lezers van deze MKB-special – in toenemende mate last van hebben: jongens (het zijn vooral jongens) in de bouw die met fluwelen handschoentjes zijn grootgebracht. Als we verder willen, meters willen maken in de bouw – en dat willen we – hebben we mensen nodig die het iets kan schelen. Mensen die met de juiste aanwijzingen en input gáán, mensen zoals Taras. Waar zijn ze?

Over een paar maanden moeten 76 flexwoningen verrijzen in een weiland in de gemeente Olst-Wijhe, een semi-permanente oplossing voor de heersende woningnood. De druk is hoog, ik schaak op vijftien borden. Ik wil door en zoek dus naar mensen en samenwerkingspartners die vooruit willen, verantwoordelijkheid nemen. Dat valt niet mee.

Al in januari benaderde ik een producent van dakbedekking voor een offerte. Ik voegde een uitleg toe, stuurde de tekeningen mee. Na twee weken radiostilte belde ik maar eens op: geen duidelijkheid. Een maand later: ‘Ik ga volgende week op vakantie, moet dat nu nog?’ Ik: ‘Ja, de tijd begint te dringen. Ik rij nu naar je toe.’ We spraken af: hij zou met een prijs komen, ik zou de details verder uitwerken. Na twee weken belde de man op: ‘Waar blijven de details?’ 

Zo gingen twee maanden verloren. Het is een voorbeeld uit duizenden: lekker lang achterover leunen, wanneer het kan vragen terugschuiven op andermans bordje. Ik besloot geen moeite meer te doen en schakelde een andere partij in waarmee het binnen een week allemaal geregeld was. Het dak van de proefwoning ging in productie, twee weken later was het geplaatst. Het kan dus wel, maar het is steeds vaker zoeken naar een speld in een hooiberg. 

Waar zijn de fanatiekelingen gebleven die het spel mee willen spelen, die beslissingen durven te nemen en in staat zijn om de boel mee te krijgen in hun eigen organisatie? Laatst had ik een conflict met een medewerker op onze financiële administratie. Wijzend naar een of andere rekening zei ik: ‘Hoe heb je dat zo de wereld in kunnen sturen zonder mijn goedkeuring?’ Waarop hij zei: ‘Ik kan je wel steeds vragen overal naar te kijken, maar dan blijft alles liggen. Negen van de tien keer gaat het goed. Ik accepteer de keer dat het fout gaat.’ Ik was even stil, keek hem aan en zei: ‘Ga zo door.’

Deze column verscheen in Cobouw #3, 2023. 

Recommended Posts