Mensen van Mensink #15: Eerhard

Eerhard: ‘Door Christian neem ik het leven niet voor lief’

De mensen van Mensink: wie zijn ze, waar zijn ze goed in en waarom doen ze wat ze doen? Vandaag Eerhard (56) en Christian (31), vader en zoon en Mensinks in hart en nieren. ‘We krijgen in ons leven maar beperkte tijd om de dingen te doen die we graag willen.’

Eerhard richtte bouwbedrijf Mensink op samen met zijn broer Gonard, ‘op de fundamenten van een boerenbedrijf’. Waar Gonard de afgelopen jaren groeide in zijn rol als ‘directeur mensen en bouwen’, deed Eerhard een paar stappen terug. De reden: zijn zoon Christian. Christian is geboren met taaislijmziekte, een ongeneeslijke aandoening die verstoppingen in organen veroorzaakt. Eerhard: ‘Ik wil alles kunnen laten vallen als dat nodig is. Door Chris neem ik het leven niet voor lief. Geld interesseert me helemaal niets en nog minder dan dat.’

Waar zijn leeftijdgenoten doelen stellen en werken aan hun carrière, in de bouw of in een andere sector, is werken voor Christian: bezig blijven, een fijne tijd hebben. Zijn vader raadde hem af om in de bouw te werken. ‘Te veel stof, dat is niet goed voor zijn longen.’ In plaats daarvan koos Christian als tiener voor elektrotechniek. Vanwege zijn ziekte kon hij de opleiding niet afmaken. Hij bekijkt het leven van dag tot dag en werkt momenteel als taxichauffeur bij Holtkuile in Broekland. Bij Mensink klust hij af en toe bij als zaterdaghulp. ‘Ik vind het jammer dat ik geen grotere rol kan spelen in het familiebedrijf Mensink, maar dat is niet anders. Ik accepteer het leven zoals het komt.’

‘Dat is geen leven’

Als gevolg van zijn ziekte kreeg Christian in 2013 twee nieuwe longen en een nieuwe lever. Acht jaar garantie stond er op het bonnetje, inmiddels is hij tien jaar verder. Om te voorkomen dat zijn lichaam in de aanval gaat tegen de organen die niet van hem zijn, slikt hij medicijnen die zijn nieren aantasten. Zijn lot: dialyse – drie keer per week een behandeling van drie uur in het ziekenhuis. Komende winter zou het voor het eerst nodig zijn. Maar afgelopen zomer was het ineens misse boel. Op weg naar een verjaardag wipte Eerhard even langs bij zijn zoon. ‘Zo maar eigenlijk. Ik trof Chris meer dood dan levend aan op de bank. Nierfalen.’

Samen met zijn vader was hij al naar de huisarts geweest voor een euthanasieverklaring. Want dialyseren, dat zag Christian niet zitten. ‘Eigenlijk word je dan kunstmatig in leven gehouden, dat is geen leven vind ik.’ Het alternatief, een donornier, vond hij de moeite niet. Eerhard: ‘Ik bood mijn nier aan, maar Chris weigerde. Hij zei: “Mijn longen gaan nog maar een paar jaar mee, daarna is het klaar en dan ben jij je nier kwijt.” Ik respecteerde zijn keuze, maar ondertussen was ik wel een screeningstraject gestart. Voor het geval dat. En omdat ik mezelf later niets wil kunnen verwijten.’

‘We hebben onze huid duur verkocht’

In het UMCG in Groningen – al jaren Chris’ vaste ziekenhuis – kreeg hij te horen: we moeten nu starten met dialyseren, anders is het snel gebeurd. Daarop zei Christian tegen zijn vader: neem me dan maar mee naar huis. Eerhard: ‘Ik vroeg of hij wist wat dat betekende. Hij knikte. Maar de artsen hielden vol en stelden een niertransplantatie voor – met mijn nier. Terwijl de screening nog niet eens afgerond was. Ze vroegen mij om Chris over te halen en beloofden dat de transplantatie binnen een week plaats kon vinden. Chris hoefde dan maar een paar dagen aan het dialyseapparaat.’

‘Toen zijn we gaan onderhandelen: “Maar dan willen we twee bedden naast elkaar.” Dat was in het UMCG nog nooit gebeurd bij een orgaantransplantatie, maar we kregen het voor elkaar. We hebben onze huid duur verkocht, of niet Chris?’ Eerhard voelde zich verantwoordelijk, Christian uiteindelijk ook: ‘Ik heb ook al longen en een lever van donoren. Door het op te geven zou ik die mensen in de steek laten. Een paar dagen dialyseren vond ik acceptabel. Ik besloot het een kans te geven.’ Eerhard: ‘Doodgaan is niet zo erg, de volgende dag ben je alleen zo ongelofelijk stijf.’

‘Ik liet hem niet los en hij mij niet’

En zo kwam het dat Chris en Eerhard op 2 augustus wakker werden in dezelfde kamer in het ziekenhuis in Groningen. Bewegen lukt amper. ‘Heb jij pijn?’ vraagt Eerhard aan Chris. Chris: ‘Nee ik niet, jij?’ Als de nacht valt, na de laatste ronde van het verplegend personeel, kruipt Eerhard bij zijn zoon in bed. De volgende ochtend worden ze samen wakker. Eerhard: ‘De infuuslangen zaten in de knoop, we hadden allebei een katheter in, ergens tussen ons in slingerde een iPhone-oplader. Het was geweldig.’

De band die Eerhard en Christian na al die jaren hebben is niet uit te leggen in woorden. Chris: ‘Zonder mijn vader had ik niet gekund.’ Eerhard: ‘We hebben elkaar in leven gehouden. Ik liet hem niet los en hij mij niet. Zijn moeder ging weg toen hij vier was. Dan bouw je iets op, snap je?’

Eerhard zei het al: geld interesseert hem niet. Als hij een beetje heeft gespaard, neemt hij zijn vrije dagen op en koopt hij een vliegticket naar Ghana. Met zijn stichting Ghana over de IJssel leert hij Afrikaanse bouwvakkers om calabash cisterns te bouwen, speciale watertanks om regenwater veilig in op te slaan. Eerhard: ‘We krijgen in ons leven maar beperkte tijd om de dingen te doen die we graag willen. Dat bewustzijn groeit als je de dood van dichtbij hebt gezien. In Afrika ben ik niet bezig met overleven, daar leef ik. In Nederland zijn we heel druk met dingen die er helemaal niet toe doen.’

‘Hij ziet zichzelf niet als slachtoffer’

‘Alles wat loutert en leuk en lief is helpt je niet verder,’ gaat hij verder terwijl hij opzij kijkt, naar zijn zoon. ‘Het is misschien fijn om in warm water te liggen, maar het maakt je nog minder mens dan je was voordat je in het bad stapte. Chris is mijn leermeester. Hij heeft me plekken in mezelf laten zien waar ik anders nooit was gekomen. Op zijn zestiende kreeg hij te horen dat hij suikerziekte heeft. Hij huilde twee minuten, toen vroeg hij: “Oké, wat betekent dat voor mij? Wat moet ik doen?” Het leven ontvouwt zich. Het enige waar je invloed op kunt uitoefenen is: hoe ga je ermee om? Chris ziet zichzelf ook niet als slachtoffer, daar hoor je hem nooit over.’ Christian: ‘Ik heb deze ziekte vast niet gekregen omdat ik hem niet aankan.’

Recommended Posts