Mensen van Mensink #11: Stefan
De mensen van Mensink: wie zijn ze, waar zijn ze goed in en waarom doen ze wat ze doen? Vandaag: Stefan de Weerd (30). ‘Sleutelen aan de auto doe ik niet, ieder z’n vak.’
Waarom koos je voor het timmervak?
‘In mijn familie zijn bijna alle mannen vrachtwagenchauffeur: broer, ooms, opa, pa. Maar de vrachtwagen is niets voor mij. Ik ging wel eens mee natuurlijk, maar na een paar dagen was ik er altijd klaar mee. Het is veel stilzitten. Alleen ‘s avonds is het leuk, want dan eet je buiten de deur. Op het vmbo kwam ik in aanraking met timmeren, dat beviel beter. Wat ik er precies leuk aan vind? Bezig zijn, mooie dingen maken, samenwerken. Mijn vader en broer vonden het al lang goed, zij zeiden: ‘Dan kun je ons straks mooi helpen.’ Via Vondervoort en Valk ben ik bij Mensink terechtgekomen. Niels Middelkamp, een kameraad van mijn broer werkte hier en die vroeg me.’
Hoe oud was je toen?
‘Zeventien jaar. Ik was nog een leerling en deed de timmeropleiding. Van Niels, Michel en Jelmer heb ik het vak geleerd. Inmiddels weet ik: mooie, vrijstaande nieuwbouwwoningen vind ik het leukst om te maken. Het liefst niet te vierkant.’
En toen besloot je te vertrekken, twee jaar geleden nu. Waarom?
‘Het was een drukke tijd, in de bouw en zeker ook bij Mensink. Om al het werk af te krijgen werden veel koppeltjes uit elkaar gehaald, ik was steeds vaker alleen aan het werk. Met de leerlingen die ik meekreeg was ik niet altijd blij. Geleidelijk verloor ik het plezier. Niet dat ik het slecht had, hoor, helemaal niet, maar het was… alleen. En toen kwam er iets voorbij, ik ben in gesprek gegaan en heb toegehapt. Ik kon samen met mijn buurman Jeffrey gaan werken. Dat leek me wel wat.’
Inmiddels werk je weer bij Mensink, net als Jeffrey trouwens. Wat is er gebeurd?
‘Bij het andere bouwbedrijf deden we vooral aanbouwtjes. Toen ik er drie had gezet was ik er al wel klaar mee. Het is veel van hetzelfde, weinig uitdaging. En er was intern gedoe. Al snel dacht ik: wegwezen hier. Ik heb ontslag genomen zonder dat ik nog iets nieuws had. Vervolgens besefte ik: ik heb het nooit slecht gehad bij Mensink. Integendeel, want ik had inmiddels gezien dat het ook heel anders kan. Ik appte Gonard en toen was het snel geregeld. Jeffrey was inmiddels naar een ander bedrijf vertrokken, maar het beviel hem niet daar. Dus ik zei: ‘Anders kom je ook hier werken.’ We zijn herenigd als koppel.’
Voelde het ergens als ‘verliezen’ om weer aan te kloppen nadat je zelf was vertrokken?
‘Nee hoor.’
Kijk je anders naar Mensink nu je een tijdje bent weggeweest?
‘Mmm, misschien een beetje. Ik ben hier ooit als jonge jongen gekomen, dus op een gegeven moment vind je alles normaal: de financiën, het pensioen, de feestjes, leuke collega’s, noem maar op. Je hoeft nergens achteraan, als je je uren maar inlevert. Achteraf had ik nooit weg moeten gaan, maar dat is achteraf. Als je nooit iets probeert, kom je er ook niet achter.’
Je bent 30, hebt nog een heel leven voor je. Wat zijn je dromen en ambities?
‘Ik ben tevreden nu. Zo lang dat gevoel er is denk ik niet na over iets anders. Het beunen zal wel iets minder worden in de toekomst, want ik word binnenkort vader.’
Waar besteed je graag tijd aan als je niet aan het werk bent?
‘Formule 1! Ik ben in Spanje geweest, Abu Dhabi, Dubai, België, de volgende race moeten we nog kiezen. Meestal gaan we een lang weekend, vier of vijf dagen. Wat ik er zo leuk aan vind? Vooral het geluid, dat is iets speciaals en in het echt nog veel indrukwekkender dan op televisie. Zelf heb ik overigens geen bijzondere auto. Ik had een sportieve BMW, maar die hebben we ingeruild voor een Ford Kuga. Gezinsauto, hè. Sleutelen doe ik niet, daar gaat mijn broer over, ik mag nergens aankomen. Ieder z’n vak.’