Mijn nieuwe avontuur: bouwen met wat er al is

Gonard circulair bouwen

Mijn nieuwe avontuur: bouwen met wat er al is

Om nog even terug te komen op mijn vorige blog: het bouwbedrijf loslaten is nog verrekte lastig. Het zal de aard van het beestje zijn. Ik weet dat ik ‘nee’ moet zeggen, maar zeg nog te vaak ‘ja’. En omdat mijn invloed afneemt is, wordt het nog lastiger om die ‘ja’ ook waar te maken. Behoorlijk uitdagend voor een ongeduldige aannemer die het gewend is om dingen voor elkaar te krijgen. Helemaal weggaan is misschien het beste, maar dat voelt nog niet goed. Ik wil er nog graag zijn voor Tristan en Joeri.

Wat helpt in het proces van afstand nemen: andere dingen gaan doen.

Daarom ben ik steeds vaker te vinden bij Lagemaat. U weet wel, de sloopaannemer uit Heerde. Het bedrijf ontwikkelde zich in de afgelopen jaren van een traditioneel sloopbedrijf tot een koploper in het circulair demonteren en re-monteren van gebouwen. Op de website aannemervak.nl legt Lagemaat-directeur Gerd-Jan Jongeman de werkwijze uit. Voorafgaand aan de sloop van een gebouw, wordt een scan gemaakt. Daarbij wordt in kaart gebracht welke materialen er vrijkomen, die materialen worden geclassificeerd aan de hand van het 13R-model. (R1 betekent refuse, R5, repair, R8 recycle, R13 reuse. Hoe hoger op de ladder, hoe beter.) De in kaart gebrachte gebouwdelen en materialen worden vervolgens aangeboden bij ontwikkelaars, architecten en bouwers om in te zetten bij de bouw van nieuwe objecten.

Een oneindige cyclus

Ik word er blij van. In mijn ogen is circulair bouwen namelijk dé oplossing voor een hoop uitdagingen waar onze sector vandaag de dag mee te maken heeft. Om er een paar te noemen: milieueisen, stikstofbeperkingen, grondstoffenschaarste en toenemende bouwkosten.

Daarnaast – ook niet onbelangrijk – vind ik het interessante materie. Ik heb mijn karretje dus aangehaakt. De belofte staat alvast: ‘Samen creëren we een oneindige cyclus waarin materialen worden hergebruikt en innovatieve oplossingen ervoor zorgen dat gebouwen opnieuw tot leven komen.’ Vanuit mijn ervaring bij Mensink heb ik binnen de samenwerking de aannemerspet op. Gerd-Jan ontfermt zich over de (te hergebruiken) materialen, Marten Jansen over het ontwerp.

Flexibiliteit

De afgelopen maanden hebben we twee circulaire bouwwerken opgeleverd, een kantoorpand en een ontmoetingsruimte voor bewoners van een appartementencomplex. Vooropgesteld: het is fantastisch om te zien dat het kan om te bouwen met materialen die voorheen als afgedankt werden bestempeld. Uitdagingen zijn er ook. Als bouwer ben ik gewend om spullen vandaag te bestellen en ze morgen op de bouw geleverd te krijgen. Bij materialen die ‘geoogst’ zijn uit gesloopte gebouwen kom je soms aan het zoeken, hoe goed alles ook is opgeslagen en gedocumenteerd. Een simpel voorbeeld in het geval van geoogste kozijnen: rubbers van glaslatten. Navraag leerde dat die rubbers laag scoorden op de R-ladder, deze konden niet worden hergebruikt, hooguit gerecycled. Nieuwe rubbers bestellen dus. Geen sinecure, want daar zijn onderaannemers niet op ingesteld.

Vaak zien we pas hoe iets uitpakt als de geoogste materialen op hun nieuwe bestemming zijn aangekomen en ingepast worden in een nieuw bouwwerk. In het geval van kanaalplaatvloeren twijfelden aan de constructie toen ze al op de plek lagen. De pauzeknop werd ingedrukt en project lag even stil. Er moest onderzoek komen, berekeningen worden gedaan. Een goede relatie met onderaannemers is dan essentieel. Ook van de opdrachtgever vroegen we flexibiliteit. Toen bleek dat de binnenwanden die we wilden toepassen pas geoogst werden na de geplande opleverdatum, moesten wij en dus ook zij schakelen. Het zijn zomaar drie voorbeelden.

Circulair bouwen Gonard

Ik zeg het hardop

Circulair bouwen is een ontdekkingstocht. Het vraagt behoorlijk wat aanpassingsvermogen van iedereen die erbij betrokken is — van opdrachtgever tot bouwer en iedereen daartussenin. Niks gaat vanzelf, en bijna niks loopt volgens het boekje. Maar juist dat maakt het interessant. Er schuilt zoveel waarde in bestaande gebouwen, waarde waar we tot nu toe vaak aan voorbij gingen. Het is geweldig om te zien wat er te halen valt door met een andere blik te kijken naar afgeserveerde gebouwen. We staan nog maar aan het begin en er zal nog een hoop leergeld moeten worden betaald. Maar ik geloof er oprecht in en zeg het daarom hardop: dit is de toekomst van bouwen.