Meiden, dames, vrouwen: jullie zijn welkom in de bouw

Jael: ‘Dat ik niet geschikt ben voor de zorg was duidelijk, dat zagen ze wel aan me.’​

Jael is het type jonge vrouw dat gewoon doet. Ze haalt drie keer per dag haar schouders op en slaat terug met een nóg hardere grap als de situatie daarom vraagt. Aan loopbaanplanning doet ze niet. Ze vraagt zich niet af of haar lichaam gemaakt is om veertig jaar te timmeren. Ze wil nu timmeren, ze kan nu timmeren – ze timmert. Ze vormt een koppeltje met Alex, die het prima vindt. Toch? Jael: ‘Ik geloof het wel, ja. Ik hoor geen klachten.’

Eerder dit jaar hadden we stageloper Djem, die was net zo: enthousiast, vrolijk, type handen uit de mouwen en gáán. Niet nadenken over wat te zwaar is, maar kijken hoe je jezelf nuttig kan maken. Kon net als Jael ouwehoeren als de beste. In de bouwkeet was ze de eerste die zei: ‘Kom, we gaan weer wat doen. Aan de slag mannen!’ Menig zaterdaghulp bij Mensink kan er een voorbeeld aan nemen.

Vrouwelijke timmerman

Maar Jael en Djem zijn uitzonderingen: ze zijn de eerste timmermannen die we in 25 jaar hebben gehad bij Mensink. Timmermannen? Jael: ‘Ja, wat mij betreft wel. Zo heet dat toch? Net als arts. Je zegt toch ook niet artse of artsin? Ik ben een vrouwelijke timmerman, maar wel een timmerman.’

Jael belandde in de bouw, omdat ze een aanpakker is. Ze is uit hetzelfde hout gesneden als haar vader en oom, die beiden in de infratechniek werken. Zij adviseerden haar om ‘lekker in de bouw te gaan werken, daar zijn ze vriendelijker voor je.’ Jael: ‘Dat ik niet geschikt ben voor de zorg was duidelijk, dat zagen ze wel aan me. Ik heb het overigens wel geprobeerd, maar het werd geen succes. In de zorg moet je veel geduld hebben. Ik ben meer een type van hopsakee gaan.’

‘Ik ben geen attractie’

Als ik Jael op vrijdagmiddag aan onze lange kantinetafel zie zitten – flesje bier voor zich op tafel – denk ik: er zijn er meer. We kunnen ze goed gebruiken ook.

Nu hoor ik u denken: kunnen we het zware werk niet beter overlaten aan de kerels? Prima, wat mij betreft! Wanneer Alex twee steigerplanken tilt, tilt Jael er één. Jael: ‘Ik heb vandaag het deurbeslag gemonteerd in de hele woning. Alex heeft daar helemaal geen geduld voor.’ Zij die zegt dat een man(nenlichaam) het in de bouw langer volhoudt dan een vrouw(enlichaam) zal ik niet tegenspreken. Maar er zijn meerdere wegen naar… enzovoorts. Na stuk of wat jaar timmeren is er ook op kantoor van alles te doen. Bovendien: de bouw is qua sjouwen en zwoegen geen schim meer van wat het twintig jaar geleden was:

  • Het is niet altijd koud.
  • Het is niet altijd donker.
  • Het is niet altijd vies.
  • Het is niet altijd zwaar.
  • Het is niet altijd lomp en seksistisch.

Jael: ‘Soms kijken ze wel, hoor, vanaf een naastgelegen bouw. Dan zeg ik: joh, ga lekker verder met je werk, ik ben geen attractie. Dan is het meteen klaar.’

Glimmen

Doe waar je blij van wordt, dan begin je op een dag vanzelf te glimmen (zie foto). Als het op vrouwen en bouwen aankomt zijn ouders en scholen geneigd om de deur op voorhand dicht te gooien. Dat is jammer. Jael glom niet in de zorgsector, wat logisch is voor een ouwehoer, type handen uit de mouwen.

Mijn oproep daarom aan vrouwen, dames, meiden, types zoals Jael: kom eens kijken, proef aan de bouw. Wees welkom, het zal jullie meevallen. De mannen in ons bedrijf zijn dankzij Jael en Djem al gewend aan vrouwelijke timmermannen, van hen hebben jullie niets te vrezen. Er is werk genoeg, aan innovatie is geen gebrek, er zijn zelfs doorgroeimogelijkheden.

Dus, wat denk je ervan?

Mensen van Mensink #5: Gijs

Gijs op de bouw

De mensen van Mensink: wie zijn ze, waar zijn ze goed in en waarom doen ze wat ze doen? Vandaag: timmerman Gijs Hollegien, nog maar 21 jaar en nu al voorman. 

 

Gijs, wat wilde je worden als kind?

‘Ik ben opgegroeid op de boerderij. Ik ben het buitenleven – met de handen werken, op de trekker zitten, voer inkuilen – gewend. Loonwerker leek me iets voor mij, maar het liep anders. In het derde jaar van het vmbo stuurde school me naar Mensink voor een stage. Ik werkte mee met Wout en Ron, dat was geniaal. Een weekje en ik was verkocht. Ik mocht gelijk een wc aftimmeren, ze lieten me vrij.’

Wat sprak je zo aan?

‘Dingen maken, resultaat zien en mensen blij maken is gewoon leuk. Bij Mensink maken we nooit twee keer hetzelfde. Dat is wel briljant, eigenlijk.’

Wat is iets nieuws wat je recent hebt geprobeerd wat je leuk vond?

‘De afgelopen jaren werkte ik samen met voorman Michiel. Toen die werkvoorbereider werd, ben ik gepromoveerd tot voorman. Ik kreeg een bus en een leerjongen mee. Het is altijd mijn doel geweest om voorman te worden, het liefst zo vroeg mogelijk. Ik wil groeien, zelf beslissingen maken. Vrij zijn. Mijn ouders begrepen in eerste instantie niet helemaal wat de stap betekende. Nu snappen ze het wel en zijn ze trots.’

Was je er klaar voor?

‘De afgelopen jaren heb ik veel van Michiel geleerd. Onderweg in de bus praatten we veel over het vak, over regelzaken om het bouwen heen: plannen, materialen tijdig bestellen, de bouw aansturen, dat soort dingen. Dit jaar deed ik mijn eerste bouw als voorman in Den Ham. Dat gaf een kick. Als je de volledige verantwoordelijkheid hebt is de kick nog groter wanneer je achterom kijkt en ziet wat je hebt achtergelaten.’

Wat zijn dingen waarvan je weet dat jij ze anders doet dan anderen?

‘Poeh, dat vind ik een moeilijke vraag. We worden bij Mensink toch wel gevormd, je leert het vak van je leermeester. Een van de lessen: waar je aan begint maak je af. Geplaatste kozijnen maken we meteen luchtdicht, want dat is efficiënt. Dat is niet per se typerend voor mij, het zit er bij iedereen wel in. Ik heb nu anderhalf huis gebouwd als voorman. Het is nog moeilijk om te zeggen wie ik ben en wat mijn stijl is, daar moet ik nog achter komen.

Wat kan verbeterd worden in de bouw?

‘Ik verbaas me regelmatig over de rotzooi, over het gesleep met afval, de verpakkingen. Twee keer per week ruimen we de hele bouw op. Iedere keer gaat er een hele aanhanger vol troep mee terug naar de werkplaats. Bij Mensink zijn we redelijk fanatiek met recyclen, dat is een goede zaak. Afvalhout wordt gebruikt in de pelletkachel en wat gescheiden kan worden, wordt gescheiden. Maar dan nog.’

'Vanwege mijn leeftijd moet ik meer moeite doen om het vertrouwen te winnen.'

Welk talent zou je willen hebben?

Ik zou willen dat de bouw geen geheimen meer voor mij kent. Dat ik altijd weet welk materiaal ik het beste kan gebruiken en alle trucjes ken. Nu vraag ik nog regelmatig meer ervaren voormannen om advies. Tijdens de vrijdagmiddagborrel ga ik graag naast Jorn of Bram zitten. ‘Hoe zou jij dit doen?’ Ik hoop dat de nieuwe generatie mij over een paar jaar vraagt. Ik wil een vakman worden.’

Vind je dat je nu nog geen vakman bent?

‘Nee, eigenlijk niet. Ik heb net mijn opleiding afgerond en ben nog volop aan het leren. De positie als voorman is me gegund, maar ik moet alles nog bewijzen. Het gaat goed omdat ik veel hulp krijg en kan terugvallen op ervaren collega’s en de mensen op kantoor. Anderen zijn mijn achtervang, in de toekomst wil ik die achtervang zijn voor anderen.’

Kijken klanten of leveranciers verbaasd op als ze merken dat jij de leiding hebt op de bouwplaats?

‘Dat komt voor, ja. Ik denk dat ik vanwege mijn leeftijd meer moeite moet doen om het vertrouwen te winnen. Maar ik doe daar niet moeilijk over, vind het ook wel logisch. Mijn stelregel is: nooit zomaar iets doen. Als ik iets niet weet bel ik een collega op. Zo gaat mijn onervarenheid niet ten koste van de kwaliteit. Ik mag dan wel voorman zijn, ik sta er niet alleen voor.’