Prijzen bouwmaterialen onzeker: maak dus niet al je geld op

'We kochten altijd panlatten voor 26 of 27 eurocent per strekkende meter. Een paar keer knipperen met je ogen en die strekkende meter panlat is dubbel zo duur als voorheen.'​

Het rommelt op de (wereld)markt van bouwmaterialen. De staalprijs stijgt, de houtprijs schiet omhoog en prijzen van olie gerelateerde producten zijn onzeker. Een van de oorzaken: corona. Bijna dagelijks krijgen we mails van leveranciers die zich verontschuldigen. Omdat we niet weten hoe het prijsniveau van bouwmaterialen over een paar maanden is – dat weet niemand – adviseren we onze klanten om de grenzen van hun budget niet op te zoeken.

Ter illustratie: we kochten altijd panlatten voor 26 of 27 eurocent per strekkende meter. Dat metertje vurenhout kost inmiddels 40 eurocent. Wacht, klopt dat nog wel? Ik zoek het even op…

Herstel: 62 hele centen. Zo snel gaat het dus. Een paar keer knipperen met je ogen en die strekkende meter panlat is dubbel zo duur als voorheen. Gelukkig is de verdubbelaar nog niet overal ingezet.

Bouwkosten bestaan – naast onder meer arbeid en gereedschap – voor ongeveer dertig procent uit bouwmaterialen. Worden die bouwmaterialen een keer zo duur, dan stijgt de prijs van een woning dus met ongeveer vijftien procent. Een woning die eerst 333.000 euro kostte, kost met een beetje pech straks 383.000 euro.

Dat kán gebeuren, maar we weten niet óf het ook gebeurt. Dat is een vervelende situatie. We kunnen nu als een gek bouwmaterialen gaan hamsteren om ons te verzekeren van panlatten die 62 eurocent kosten, maar dan hebben we onze schuur straks vol liggen met panlatten. Willen we niet. We kunnen er ook voor kiezen om voor de woningen die we nu uitrekenen uit te gaan van het slechts mogelijke scenario denkbaar tegen de tijd dat we starten met de bouw. Dat wil zeggen: we bouwen die woning over een paar maanden voor 383.000 euro, terwijl we helemaal niet weten of het zo’n vaart zal lopen met de prijsstijgingen. Doen we dus ook niet.

Waar wij voor kiezen: we rekenen de woningen voor onze opdrachtgevers uit op basis van de materiaalkosten die vandaag gelden met daarbij de kanttekening dat we later – wanneer de bouw start – nog eens in gesprek gaan over materiaalkosten. Dat vinden wij de meest eerlijke oplossing, voor onszelf en voor jou. Het ontslaat ons bovendien van de verplichting om in glazen bollen te kijken, of om allerlei inkoopacties te doen om risico’s te vermijden. We hebben wel wat beters te doen.

De consequentie van deze aanpak is dat jouw woning tegen de tijd dat we beginnen met bouwen duurder kan zijn dan oorspronkelijk berekend. Waarschijnlijk geen vijftien procent duurder; de kans dat álle bouwmaterialen een keer zo duur worden is heel klein. Maar misschien wel drie, vier of vijf procent duurder. Dit betekent dat we onze klanten adviseren om niet langer de grenzen van hun budget op te zoeken. Zorg dat je geld overhoudt voor het geval dat de prijs voor die panlat verder stijgt.

Onze missie, visie en strategie

Op een onbewaakt moment, tussen twee golven in, waren er studenten van de Innovatiehub bij ons op kantoor. Ze zouden gaan nadenken over de behoefte van de klant vandaag de dag én in de toekomst. Of ik iets wilde vertellen over ons bedrijf en onze koers. Dat wilde ik wel en dus ging ik voor de groep staan.

Wat onze missie was? En de visie? De bedrijfsstrategie, kon ik daar iets over vertellen misschien? Ze keken me nieuwsgierig aan.

Bij de start van Mensink in 1994 was er niets. Geen missie, geen visie, geen strategie, alleen de noodzaak om geld te verdienen omdat het bedrijf van mijn vader niet genoeg inkomen bood om meerdere gezinnen van te onderhouden. De start was voortvarend. Via via regelden mijn broer en ik werk. Daarna kwam de groei en vanaf dat moment ging alles opeens minder vanzelf. Hoe hield ik ons personeel aan de gang?

In 2004, tijdens een regionaal ondernemerscongres in Zwolle, sprak ik André Oliesalger, kopstuk van een zuivelgigant en een van de sprekers die dag. Hij had net zijn wc laten verbouwen en zich verbaasd over hoe de loodgieter steeds weer zijn probleem bij hem in de schoenen wilde schuiven. ‘Dat doen jullie toch wel anders?’ vroeg hij mij. ‘Zorg alsjeblieft dat je je klant tevreden achterlaat. En zorg dat je vraag creëert naar je product, zodat je jezelf ontslaat van deelname aan die verschrikkelijke prijsoorlog.’

Vol inspiratie keerde ik huiswaarts. Nog steeds zonder visie en missie, maar wel met een plan: we zouden ons gaan onderscheiden. In datzelfde jaar haakte Marten aan. Al snel begreep ik dat zijn ontwerpen, de huizen die hij tekent, een manier zijn om een specifiek deel van de markt te bedienen. Reisuurtjes die Marten en ik samen maakten gebruikten we om te sparren. We besloten de ontwerpafdeling los te knippen van het bedrijf, omdat we merkten dat klanten het lastig vinden om direct met een bouwbedrijf aan tafel te zitten. We spraken de ambitie uit voorop te willen lopen en aandacht te hebben en houden voor de menselijke kant van bouwen. En zo waren er nog wat zaken. 

De studenten keken me nog steeds vragend aan. 

Daar stond ik dan. Zonder PowerPoint en zonder boekwerk in mijn handen. Onze bureaulades zijn leeg. We werken papierloos. Nergens vind je lades met versies van bedrijfsplannen. Daar zijn we überhaupt niet van. En toch was ik staat om de vragen van de studenten te beantwoorden. Terwijl ik vertelde over Mensink concludeerde ik tevreden dat er zich door de jaren heen iets van een visie en missie gevormd heeft. Dat we inderdaad een strategie hebben. En dat het werkt.

De aandrang om zoiets te vangen in woorden voel ik niet. We zijn voortdurend in beweging. Net zoals de bouw. Als er zich dit jaar een nieuwe groep studenten meldt, vertel ik een ander verhaal, een geüpdate versie van het verhaal dat ik afgelopen jaar vertelde. Onze visie is dat onze visie voortdurend in ontwikkeling is. En onze missie is om dat vooral zo te houden. Als dat geen strategie is?