Gonard: ‘Ik had liever voor koeien willen zorgen’

Tijdens de bouwvakborrel afgelopen zomer is iedereen door fotografe Ilse vastgelegd op de gevoelige plaat. Die foto’s publiceren we één voor één op Facebook. Zo ook de foto van Gonard. De bijbehorende quote is net als bij de andere jongens geschreven op basis van zijn antwoorden op een tiental vragen. Omdat we niet konden kiezen tussen de antwoorden publiceren we vandaag, bij wijze van uitzondering, het hele interview met Gonard. 

Gonard, waarom heb je voor de bouw gekozen?

“Ik ben niet bewust de bouw in gegaan. Ik ben opgegroeid op de boerderij en heb thuis leren klussen, omdat er geen geld was om een aannemer in te huren. Mijn plan was om de boerderij over te nemen van mijn ouders. Dat ik heb ook gedaan, maar mijn vader was nog niet oud genoeg om te stoppen. En dus moest ik wat anders zoeken om geld te verdienen. De boerderij leverde immers niet genoeg op om meerdere gezinnen van te onderhouden. Toen ben ik voor mezelf begonnen samen met mijn broer Eerhard. De bouw was een makkelijke manier om geld te verdienen zonder al te veel te investeren. Het boeren bedrijf runde ik samen met mijn ouders en vrouw. In 2006 zijn we met melken gestopt. De melkrechten waren op dat moment veel geld waard. Vijf jaar later zijn we definitief gestopt.”

Wat was het eerste dat je bouwde?

“De uitbouw van de woning waar ik nu nog steeds woon. In de jaren tachtig was dat. Ik was twaalf jaar. Op mijn achttiende ben ik meerderjarig verklaard door de rechter. Dat was nodig om een eigen bedrijf te starten te kunnen starten.”

Waar haal je je voldoening uit?

“Het contact met mensen: klanten, collega’s, leveranciers, noem maar op. Wat wij in elkaar zetten, de huizen die wij bouwen, zie ik als bijzaak. Dat meen ik echt. Het liefst had ik voor koeien willen zorgen. Dat is pas een mooi vak. Mensen zijn erg voorspelbaar, dieren niet.”

Wat is de leukste grap die je hebt uitgehaald?

“Toen ik zelf nog op de bouwplaats werkte hadden we veel lol met elkaar. Dat is wel het nadeel van op kantoor werken. Ik kan me nog herinneren dat we de nagels hebben gelakt van een collega die in slaap was gevallen op een feestje. Hij kwam er de volgende dag pas achter. Ik weet dat humor op de bouwplaats erg belangrijk is. Daar geven we dan ook alle ruimte voor.”

Wat is jouw eigen rol bij het bouwbedrijf?

“Ik doe de werkvoorbereiding voor een paar woningen, maar ook voor een paar fabrieken en woonzorgcentra. Op dit moment ben ik op zoek naar extra medewerkers voor op de bouwplaats. We zijn extra handjes nodig om het grote aanbod in werk in goede banen te leiden. Dat is een uitdaging.”

Wat was het leukste teamuitje?

“Ik kan niet kiezen. Polen was bijzonder, omdat dat de eerste keer in het buitenland was met z’n allen. Taliën (Estland) was bijzonder, omdat het extreem koud was. En zo kan ik nog wel even doorgaan. Onze teamuitjes zijn altijd een groot succes.”

Tot slot, wat doe je over 10 jaar?

“Ik hoop nog steeds hetzelfde. Misschien iets minder werkvoorbereiding en iets meer planning en HR. Met mensen werken, dus. We moeten door totdat we zeventig zijn, dus ik heb nog dan twintig jaar als ik gezond mag blijven. Over tien jaar ga ik maar eens op zoek naar iemand die het stokje van me over wil nemen.”